Nee, die vraag stelt men niet, men vraagt: geloof jij nog in God. Rik Torfs merkt dat geloven tot prestigeverlies leidt. De doorsnee cultuurdrager is immers seculier. Waarom?
In Godschaamte, het uitstekende nieuwe boek van Stephan Sanders, las ik volgend zinnetje: “Je schamen voor (vroeger) geloof, of het geloof van je ouders is inmiddels bon ton”.
Zo is het, dacht ik meteen. Het is voor je reputatie beter niet al te veel religieuze neigingen te vertonen. Dan volgt algauw de licht meewarige vraag of je nog in God gelooft. Nog. Niemand zal naar het tegenovergestelde peilen: “Geloof je al in God?” Want dat is de onomkeerbaar verkeerde richting. Zoals het water naar de zee vloeit en niet naar de bron.
Geloof leidt in geseculariseerde West-Europese landen tot prestigeverlies. Je blijft een mens natuurlijk, maar een mens die ‘het’ nog niet heeft begrepen. Eigenlijk vind ik dat eerder bemoedigend dan ontgoochelend, en wel hierom.
Een geleerde is gelovig of ongelovig of iets ertussenin
God heeft de strijd niet intellectueel verloren. Er is geen natuurwetenschapper die het niet-bestaan van God weet aan te tonen. Een geleerde is gelovig of ongelovig of iets ertussenin, maar hij kan moeilijk beweren dat zijn standpunt wetenschappelijk onderbouwd is. Dat domme mensen gelovig en slimme mensen ongelovig zijn, klopt dus niet, of niet altijd, ik wil het niet over mezelf hebben.
Kortom, geloof heeft geen last van wetenschap. Wat wel zo is: het duwt mensen naar de marginaliteit van het hedendaagse intellectuele gebeuren. De doorsnee cultuurdrager is seculier. Een christen hoort er niet echt bij. Dat is natuurlijk minder erg dan een fikse steniging of de kruisdood die de eerste christenen weleens te beurt vielen. Maar toch. Het is niet fijn lichtjes te worden geminacht als je weinig zelfvertrouwen hebt. Dan is het makkelijker om met de stroom mee te drijven, ondertussen stoer verkondigend dat je eigenlijk tegendraads bent, want dat laatste hoor je ook wel te zeggen. Iedereen tegendraads.
Dat mensen zich schamen voor het geloof van hun ouders, werpt een ander, wat mij betreft minder dramatisch licht op de secularisering. Ze is een feit. Maar ze is niet zo ‘ernstig’ als we denken.
Waarom geloven onze tijdgenoten minder vaak? Om zich niet te hoeven schamen. Om als mens ernstig te worden genomen. Een zeer legitieme verzuchting.
De schaamte is altijd sterker dan de rede
Maar dat is dan ook alles. Het gaat dus niet om de rede die God heeft overwonnen, de mens die zich van sprookjes heeft bevrijd en weigert nog langer in een imaginair vriendje te geloven.
De schaamte is altijd sterker dan de rede, die niet meer dan het vijgenblad is die haar bedekt.
We kunnen rustig opnieuw gaan geloven als we onze schaamte overwinnen, wat eigenlijk heel redelijk zou zijn.