De ruimtereizen van multimiljardairs doen heel wat wenkbrauwen fronsen. We vroegen astronoom en jezuïet Paolo Beltrame hoe hij naar deze ruimtereizen kijkt.
“Vanuit mijn standpunt gezien zeg ik: ja, het is goed. We weten bijvoorbeeld niet waarom de gebroeders Wright hun eerste vlucht maakten, of dat om economische, wetenschappelijke of andere redenen was. De mens is een nieuwsgierig wezen en kan door verschillende drijfveren worden gedreven. Als deze de drijfveer zijn voor menselijk ondernemerschap, vind ik niet dat ik initiatieven mag ontmoedigen, zelfs niet van particulieren.”
“Wij weten niet welke kanalen deze ruimtereizen kunnen openen en welke toekomstige wetenschappelijke of sociale mogelijkheden zij kunnen bieden. De Amerikanen die naar de maan gingen, deden dat om de Sovjets te verslaan: 20 juli 1969 was een minder bloedige manier om de Koude Oorlog te winnen dan door kernbommen te gebruiken. Er zat nauwelijks een wetenschappelijke drijfveer achter, hoewel we vandaag de effecten en voordelen ervan goed kunnen gebruiken. Ik denk dus dat het goed is dat deze reizen gebeuren en ik vind dat het in de aard van het mens-zijn ligt.”
“Er zijn zeker meerdere technologische en ook economische voordelen. Technologisch gezien leidt ‘ruimtevaart’ tot de ontwikkeling van nieuwe voortstuwingsmiddelen die ook herbruikbaar kunnen zijn en die deze reizen logistiek gezien veel gemakkelijker kunnen maken. Uit economisch oogpunt is het voordeel helaas vooral voor enkele individuen. Maar het is niet uitgesloten dat de economische groei van enkelen ook ten goede kan komen aan meer mensen. Denk bijvoorbeeld aan de studiebeurzen die Elon Munsk kan opzetten om in zijn bedrijven te werken.”
“Natuurlijk is het belang van een manager niet per se filantropisch, maar dat zou het wel kunnen zijn. Er is een groep enthousiaste (gelovige?) mensen nodig die over deze onderwerpen in gesprek gaan en er een stimulans kan ontstaan ze in te zetten voor het algemeen belang. Het is aan ons (jezuïeten & co) om binnen te dringen in de harten van deze rijke enkelingen om de voordelen ook aan de vele armen te brengen.”
“Het grootste nadeel dat ik zie is tweeledig. Aan de ene kant de verbreding van de economische schaar: de rijken worden steeds rijker en kunnen steeds meer van de wereld genieten, ten nadele van de armen. Aan de andere kant het ontstaan van een ‘muur-tot-muur’-cultuur: de rijke technologen denken aan de rijke technologen en de arme kunstenaars denken aan de arme kunstenaars. Zo’n cultuur leidt ertoe dat de voordelen die uit een van beide kampen voortkomen, niet worden gezien of gedeeld. De kwestie gaat veel verder dan de ruimtevaart. Het punt is dat de toekomst óf mystiek-wetenschappelijk is óf dat zij het niet is.”
“Ik denk niet dat deze ruimtereizen meer schadelijke gevolgen voor het milieu zullen hebben dan de miljoenen automobilisten die elke dag naar hun werk rijden, of de mensen die drie keer per week vliegen.”
“Een initiatief verbieden zonder te luisteren naar en voorlichting te geven aan degene die het voorstelt, zou zinloos en schadelijk zijn, en bovendien onmogelijk. Ik zou u willen vragen: waarom zou u deze reizen willen verbieden? Als het argument is: ‘Zoek niet naar leven op Mars als je het leven op aarde niet kunt verdedigen’, lijkt me dat geen verstandig standpunt. Ik zou eerder zeggen: geef geen miljarden uit om een voetballer te betalen als miljoenen kinderen sterven … Ik denk dat het verbieden van deze reizen onmogelijk zou zijn en ook contraproductief.”