
Jan Peters sj keek naar de openingen van het academisch jaar op de verschillende universiteiten. Is er ergens nog inspiratie te bespeuren?
De opening van het academisch jaar zou een feestelijke gebeurtenis moeten zijn: de rector magnificus van de universiteit heet de nieuwe eerstejaars studenten welkom en wenst ze alle succes in hun studie. Alle andere studenten en de medewerkers wordt een inspirerend jaar gewenst binnen de universitaire gemeenschap. Van de gelegenheid maakt de rector gebruik om de mooie kanten van de universiteit te schilderen en wat plannen voor het komend jaar te presenteren. En dit geheel loopt uit op een feestelijke receptie, waarbij iedereen elkaar een mooi academisch jaar kan toeklinken.
De media hadden er kennelijk weinig belangstelling voor, wat zou kunnen wijzen op een echt academische inhoud ervan.
Zo is het niet meer, zeker ook dit jaar niet. Natuurlijk waren er op de eerste maandag van september overal academische bijeenkomsten met veel hoogleraren in toga, waardoor het imago van een academische bijeenkomst werd gehandhaafd. Maar de zitting zelf? De media hadden er kennelijk weinig belangstelling voor, wat zou kunnen wijzen op een echt academische inhoud ervan. Waarom lezers en kijkers vermoeien met verhalen die kennelijk alleen voor de incrowd bedoeld zijn?
Toch was er ook wat anders aan de hand: in de pers werd verslag gedaan van relletjes rond de opening van het academisch jaar, met name in Twente, in Eindhoven en in Amsterdam. Dat het hier weer draaide om de positie van Israël en de Palestijnen paste in het media-scenario. Een gelegenheid voor actievoerders om hun frustratie over het gebrek aan activiteit van de kant van het kabinet en van het universiteitsbestuur luid te manifesteren.
De universiteit van Twente had de premier uitgenodigd, de Eindhovense de minister van defensie als hoofdspreker. Ook de afgelopen jaren draafden er al ministers op bij deze zittingen, meestal tot meerdere glorie van de universiteitsbesturen die er toch maar in waren geslaagd een zo belangrijk persoon aan hun universiteit te binden. Maar dit jaar speelde er meer: was deze uitnodiging niet een politiek statement van het universiteitsbestuur, tegen de druk in van studenten en medewerkers die al tijden actie voerden om onder meer de banden met Israëlische universiteiten te verbreken of in elk geval op te schorten?
Universiteitsbesturen worstelen met deze actiegroepen, weten soms niet hoe te reageren, reageren soms te hard, waarvoor weer excuses worden gemaakt. Laten een tentenkampje van de actievoerders op de campus al dan niet ontruimen. De afgelopen maanden hadden universiteiten een duidelijk beleid uitgezet tegen het gebruik van universitaire ruimte of campus voor politieke discussies of statements. Natuurlijk primair gericht tegen de pro-Palestijnse actievoerders. Dus ook geen discussiebijeenkomsten in de ruimte van studentenverenigingen op de campus. Maar deden de bestuurders van de betrokken universiteiten nu niet juist wat ze wilden verbieden? Is het uitnodigen van een minister geen politiek statement? Geen wonder dus dat studenten en medewerkers hiertegen actie voerden en dit als een gelegenheid zagen zich te manifesteren. En dat is gelukt. De acties haalden de pers, de bijeenkomsten nauwelijks.
De media hadden gelijk, de redes van de rectoren (of andere leden van het universiteitsbestuur) waren redelijk voorspelbaar en scheelden niet veel van elkaar: vooral reactie tegen het beleid van het kabinet, natuurlijk de forse bezuinigingen, maar ook de problemen rond internationalisering (het terugdringen van het aantal buitenlandse studenten, nadruk op onderwijs in het Nederlands) en de discussies rond de samenwerkingsverbanden met Israëlische universiteiten. Ook de afnemende waardering voor de wetenschap, “ook maar een mening” kwam in verschillende redes aan de orde.
“De bezuinigingen zijn kortzichtig en een aantasting van de kwaliteit en het economische belang van ons land” en dat is terecht. “Die moeten van tafel” klinkt in veel redes door. Maar inmiddels wordt er bezuinigd en liggen er plannen voor verdere kortingen. De indruk heerst, dat de bezuinigingen ten koste gaan van de kleinere afdelingen en studierichtingen. Die zijn duur en daar is gemakkelijk geld te halen, de weerstand hiertegen is minder breed dan bij grotere eenheden.
Er moet snel een nieuwe TVC-operatie (“taakverdeling en concentratie”) komen
Is er een landelijke visie om te zorgen dat niet overal dezelfde vakken sneuvelen? Zo niet, dan moet die er snel komen: een nieuwe TVC-operatie (“Taakverdeling en concentratie”), zoals de Nederlandse universiteiten die eerder hebben opgezet. De rectoren zwegen er nog over.
Tot slot – met het risico dat ik van chauvinisme wordt beschuldigd – is de Nijmeegse Radboud Universiteit een voorbeeld van wat een academische sessie bij de opening van het academisch jaar zou moeten zijn. De aankondiging sprak over een inspirerende bijeenkomst voor alle medewerkers en studenten onder het thema “Hoop”. Studenten waren sterk vertegenwoordigd in het programma door hun optredens en door de uitreiking van de studieprijzen. Ook was er een prijs voor een wetenschappelijk team. De rector, José Sanders, sprak vanuit het thema “hoop” over alle positieve vooruitzichten, zonder de zorg weg te redeneren. Een tekst, de moeite waard om na te lezen op de site van de universiteit. De voorzitter van het College van Bestuur, Alexandra van Huffelen, sprak in een dialoog met de voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, Marcel Levi, over het belang van de wetenschap.
Het kan dus nog: een actuele vorm van de traditionele opening van het academisch jaar.
Beeld: Radboud Universiteit Nijmegen