Professor Jean Twenge doet onderzoek naar jongeren die opgroeiden tussen 1995 en 2018. In het tijdperk van smartphone en sociale media. Welke gevolgen heeft dat?
De ene generatie is de andere niet. Wat bedoelt men daarmee? Jongeren komen tijdens hun vormingsjaren onder de indruk van grote gebeurtenissen en dat laat sporen na tijdens de rest van hun leven. In de mate dat die grote gebeurtenissen, een oorlog, een economische crisis, sterk van elkaar verschillen, verschillen ook de gevoeligheden en de denkbeelden van de generaties. Wat dan met de meest recente generatie? Wat mogen wij daarvan verwachten?
Onderzoekers merken dat de generatie die opgroeide tussen 1980 en 1994, ook wel de “millenials” genoemd, drager is van een ander cultuur dan de generatie die opgroeide tussen 1995 en 2018. Het contrast is groot. Professor Jean Twenge (The iGen Generation) noemt deze generatie de iGen (de “iphone generation”). Zij meent dat de eigenaardigheden van deze generatie in hoofdzaak toe te schrijven is aan de verspreiding van de smartphone en de opkomst van sociale media. De smartphone kende een plots en massaal succes in alle lagen van de bevolking. De gevolgen zijn nauwelijks te onderschatten. Die zijn af te lezen van betrouwbare statistische gegevens die regelmatig verzameld werden door diverse instanties in de VS. (Voor zover het te achterhalen is, verschillen die niet veel van die in andere landen.)
Een groot gebrek aan besef van de hen omringende sociale werkelijkheid
Veiligheid is een centrale bekommernis voor de nieuwste generatie. Daarom is bij hen het aantal slachtoffers van verkeersongevallen sterk gedaald. Daarom geraken zij minder betrokken bij vechtpartijen. Daarom zijn ze voorzichtiger in het gebruik van alcohol. Vreemd is wel dat zij het gebruik van marihuana goedpraten. Maar die uitzondering is te verklaren door hun mening dat marihuana veilig is. Wat erop wijst dat zij graag afgaan op hun eigen individuele ervaringen en de feitelijke gevolgen op langere termijn veronachtzamen. Uit de interviews die Jean Twenge van een aantal jongeren afnam, bleek een soms onthutsend individualisme en een groot gebrek aan besef van de hen omringende sociale werkelijkheid.
Deze hunker naar veiligheid heeft gevolgen. De vorming van vaste relaties houdt risico’s in: het is daar daarom beter om het aangaan van vaste relaties en zeker ook de gezinsvorming uit te stellen tot later in hun levensloop. Dat heeft als neveneffect dat de geboortecijfers dalen, geen goede zaak in de ogen van demografen. Ook het behalen van hun rijbewijs, bij uitstek het Amerikaanse overgangsritueel naar de volwassenheid, stellen zij uit tot later. Kortom deze nieuwste generatie wordt in vele opzichten later volwassen dan de voorgaande.
Desalniettemin voelen deze jongeren zich onveiliger. Hun streven naar veiligheid gaat gepaard met een ontstellende toename van het aantal depressies en zelfdodingen. Wat is daar aan de hand? Twenge wijst resoluut naar het gebruik van de sociale media, het in zijn/haar eentje spelen met de smartphone en het met anderen uitwisselen van vele en snelle boodschappen. Dat leidt tot een verschraling van de sociale omgang en van de sociale vaardigheden. Dit medium blijkt al gauw een onveilig medium te zijn: omdat het verleidt tot het verzenden van compromitterender foto’s, omdat het aanzet tot een verslavende competitie om succes (wie krijgt de meeste “likes”?), omdat het cyberpesten mogelijk maakt…
Nog erger: de kwaliteit van de vriendschappen lijdt eronder. Sociale vaardigheden worden nu eenmaal vlugger en beter geleerd door middel van directe sociale omgang dan door vluchtige contacten via de smartphone. Hoe meer tijd doorgebracht voor het scherm van sociale media, des te meer depressieve gevoelens. Geen wonder dat de therapeuten het heil vooral zien in (collectieve) sportbeoefening en in “religie”, wat zij daar ook mee bedoelen.
Zoals ook de roemruchte generatie van 1968 ontnuchterd werd
Hierbij een voetnoot. Waarom is bij de iGen de beoefening van de religie, de kerkelijke en ja, ook de spirituele, sterk verzwakt? Daarvoor geven de iGen’ers zelf verschillende redenen. De religie legt te veel regels op. Ze is in de ogen van de zeer tolerante iGen’ers onverdraagzaam tegenover homo’s en transgenders. Maar onder die redenen schuilt hun diepe individualisme dat afkerig staat van het collectieve gebeuren van alle religies en van alle, ook politieke, boodschappen die hun emotionele veiligheid zouden kunnen verstoren. De lectuur van Harry Potter is minder bedreigend dan die van De Gebroeders Karamazow.
Wie deze evolutie verontrustend vindt, kan zich troosten met de gedachte dat niet alle jongeren het profiel van de iGen vertonen en dat vele tieners later door de volwassen werkelijkheid ontnuchterd zullen worden, zoals ook de roemruchte generatie van 1968 later ontnuchterd werd. Mijn voorlopige conclusie, in overeenstemming met de bevindingen van de onderzoekers: voorzichtig met die smartphones en ga voetballen met je ploegmaten.