Bijna een miljard mensen op deze wereld zijn chronisch ondervoed. Een franciscaans initiatief laat op Wereldvoedseldag zien dat deze honger niet nodig zou moeten zijn: de aarde geeft nog altijd meer dan genoeg voor ons allemaal.
De heilige Franciscus van Assisi had een diepe eerbied voor het leven, het leven van elke mens, van dier en plant, maar ook voor de natuur als geheel. Zijn bekende zonnelied getuigt van die verbondenheid. Daarin klinkt onder meer:
Geloofd zijt gij, mijn Heer, door zuster aarde, onze moeder, die ons in leven houdt en leidt en allerlei gewassen en kleurige bloemen en kruiden voortbrengt.
Uit deze inspiratie put de communiteit op het landgoed Stoutenburg bij Amersfoort. Een kleine leefgemeenschap met een grote groep vrijwilligers om hen heen. Het ‘Franciscaans Milieuproject’; zo noemen ze hun ideaal. Rondlopend door het bos en het voormalige kloostergebouw van Stoutenburg ervaar je die franciscaanse spiritualiteit in het leven van alledag. Het meest intens ervaar ik die in hun grote moestuin, waar in deze tijd van het jaar, nu een belangrijk deel van de oogst achter de rug is, vrijwilligers op hun knieën de grond weer klaar maken voor een nieuw seizoen. Zorg voor de aarde, in de meest letterlijke zin van het woord.
Zelf formuleert de gemeenschap hun ideaal ook zo:
De verhouding tussen mens en milieu en de natuur kan volgens ons alleen echt verbeterd worden als je die vanuit de wortel opnieuw opbouwt. Die wortel is voor ons de religieuze kant van ons bestaan: de overtuiging dat wij wezenlijk verbonden zijn met God en via God met alles wat leeft en geschapen is… Bij dit alles is Franciscus van Assisi één van de grote inspiratoren. Hij drong zo diep door in het bestaan dat hij alles vanuit zijn oorsprong kon waarnemen: als een Loflied op de Schepper.
16 Oktober is wereldwijd de jaarlijkse Wereldvoedseldag. Op deze dag bereidt de gemeenschap van Stoutenburg voor een dertigtal mensen een ‘wereldmaaltijd’. Dit gebeurt op meerdere plaatsen in ons land; het speciale in het geval van Stoutenburg is dat het grootste deel van deze maaltijd afkomstig is uit hun eigen moestuin.
Bij het bereiden van zo’n wereldmaaltijd is de hoeveelheid voedsel per persoon gebaseerd op de hoeveelheid die elke mens per dag zou kunnen eten als we het voedsel dat de aarde geeft gelijk over alle mensen zouden verdelen. Daar kun je een prima maaltijd van samenstellen: 251 gram tarwe, 250 gram rijst, 284 gram maïs, 61 gram gerst, 71 gram andere granen, 141 gram aardappelen, 166 gram knol/wortelgewassen, 84 gram sojabonen, 25 gram peulvruchten, 369 gram groente, 213 gram fruit, 15 gram noten, 76 gram suiker/zoetstoffen, 3 gram specerijen, 45 gram plantaardige olie, 267 gram melk, 27 gram eieren. In totaal is dit 2.348 gram.
Bijna vanzelfsprekend is deze maaltijd in Stoutenburg er een zonder vlees. De vleesproductie doet een grote aanslag op de totaal beschikbare hoeveelheid voedsel. Bijna een derde van de landbouwgrond in de wereld wordt nu gebruikt voor de teelt van voedergraan voor dieren in plaats van voor graan als voedsel voor mensen.
Honger is niet te wijten aan een voedseltekort, maar aan de manier waarop wij de natuurlijke rijkdom met elkaar delen
De Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties heeft ook laten uitrekenen wat de gevolgen zouden zijn als ieder mens per dag 110 gram vlees zou eten. Die 110 gram vlees kost in totaal 531 gram vooral plantaardig voedsel (330 gram graan, 56 gram aardappels en wortelgewassen, 79 gram peulvruchten (vooral soja), 31 gram groente en fruit en 35 gram melk). Toch nog steeds voldoende om te zorgen dat geen mens honger hoeft te lijden.
Onze aarde brengt nog steeds voldoende voedsel voort ondanks de groei van de bevolking. De productiecijfers van de FAO van de afgelopen 25 jaar tonen aan dat ondanks een stijging van de wereldbevolking met meer dan 2 miljard mensen, de voedselproductie gelijke tred heeft weten te houden.
Dat er toch op grote schaal honger en ondervoeding is en bijna 1 miljard mensen in de wereld chronisch ondervoed zijn, is dus niet te wijten aan een tekortschieten van moeder aarde maar aan de manier waarop wij mensen deze natuurlijke rijkdom met elkaar delen.