De jury in de rechtszaak over Tine Nys verkiest de autonomie van de patiënt en de empathie van de arts boven de euthanasiewet, concludeert ethicus Willem Lemmens. Maar was er wel sprake van autonomie en empathie?
Het is 27 april 2010 als een arts de 38-jarige Tine Nys laat inslapen. In het bijzijn van familie geeft hij haar een spierverslappend middel. Niet lang daarna overlijd ze. Tine wilde dood en vond drie artsen die concludeerden dat euthanasie mogelijk was vanwege ‘ondraaglijk en uitzichtloos lijden’. De familie van Tine verzette zich achteraf tegen dat oordeel, noemde de euthanasie doodslag en vergiftiging en spande een rechtszaak aan. Het is in België de eerste euthanasiezaak die voor de rechter kwam.
Inmiddels is er een verdict. De jury oordeelde: de artsen zij niet schuldig aan gifmoord. De goegemeente en veel artsen slaken een zucht van verlichting. Kritische journalisten en waarnemers herhalen dat een dergelijk proces niet voor herhaling vatbaar is. De familie heeft van de Openbare Aanklager nochtans gehoord dat de euthanasiewet wel degelijk werd overtreden en dat de wijze waarop hun dochter en zus aan haar einde kwam infaam is en laakbaar.
Bovendien bleek Tine zwaar verslaafd aan verdovende middelen
Wie het proces bijwoonde, heeft moeten vaststellen dat experts van mening verschilden of de diagnose op grond waarvan Tine uiteindelijk euthanasie kreeg eigenlijk wel helder was.
Het was ook verbijsterend vast te stellen dat de psychiater, zonder wiens fiat de euthanasie niet had kunnen plaatsvinden, ruiterlijk erkende dat ze de diagnose van een expertisecentrum voor autisme niet in detail had geëvalueerd omdat ze op de deskundigheid van de psychologen vertrouwde. Bovendien bleek Tine in de aanloop naar euthanasie, die op een maand of drie was beslecht, zwaar verslaafd aan verdovende middelen, iets wat de psychiater niet had opgemerkt.
En toch vrijspraak. Dit verdict moet natuurlijk gerespecteerd worden, we leven in een rechtsstaat. De jury heeft zonder twijfel in eer en geweten geoordeeld. Meer dan acht uur zaten ze samen.
Sommigen zeggen nu: ‘De euthanasiewet is gered, oef!’ Een hart onder de riem van allen die ondraaglijk psychisch lijden en echt uit het leven willen stappen. Anderen wijzen erop dat nu net blijkt dat de euthanasiewet een lege doos is, een vodje papier.
Blijkbaar wegen de overtredingen van de euthanasiewet niet op tegen twee fundamentele overwegingen.
Ten eerste, de autonomie van de patiënt is heilig: Tine heeft met aandrang gevraagd te sterven, en heeft zich ingespannen de nodige papieren te krijgen, ongeacht de verontruste en op den duur wanhopige weerstand van haar familie.
En zo kwam het tot een vrijspraak voor de beschuldigde artsen.
Ten tweede, een arts die echt empathisch is, moet toch alles doen om een patiënt met zo’n gewichtige vraag bij te staan? Als er dan, in het traject naar de dood, wat ‘foutjes’ worden gemaakt, is dat niet de essentie. De essentie is dat een zwaar lijdende patiënt is geholpen en actief is bijgestaan in haar wil om te sterven. Blijkbaar is na lang beraad alvast een deel van de jury tot het besluit gekomen dat deze overwegingen moesten doorwegen. En zo kwam het tot een vrijspraak voor de beschuldigde artsen.
Autonomie en empathie dus. Maar hoe moeten we die autonomie eigenlijk begrijpen? Is bij extreem psychisch lijden die autonomie ook niet radicaal gebroken, spreekt er ook geen kwetsbaarheid en diepe afhankelijkheid uit een doodswens?
Enkele uren voor haar dood belde Tine Nys in wanhoop naar haar zus. Daarom was de familie er uiteindelijk bij, om geparalyseerd getuige te zijn van het onwezenlijk schouwspel van haar dood. Tine was immers ondertussen weer rustig, maar waar kwam die rust vandaan?
Elke vorm van empathie was al onmondig verklaard, schaakmat gezet
Van veel warme, dragende empathie aan de kant van de arts kan moeilijk gesproken. Op dat ogenblik was elke vorm van empathie al onmondig verklaard, schaakmat gezet. Echte, dragende empathie begint waar de kwetsbaarheid wordt gezien, de ambivalentie van gevoelens ook, de vraag naar erkenning in de doodswens. Die empathie had veel eerder moeten spreken, op het moment van de dood was ze machteloos geworden.
De doden kunnen niet terugkomen. We kunnen niet weten of Tine met de juiste interventies en met een grotere aandacht voor familie en verslavingsproblematiek niet gewoon nog in leven zou zijn. Ja, Tine had een complex leven, met diepe dalen, maar ook met mooie hoogtes en momenten van vreugde en perspectief. Haar zussen wilden die Tine geëerd zien; niet de zus die volgens sommigen alleen nog de dood als perspectief had.
Als dit proces iets heeft geleerd, dan wel dit: het intentioneel levensbeëindigend handelen van een arts zal altijd een broos en moeilijk gegeven blijven, zeker bij patiënten die niet-terminaal ziek zijn.
Daarom moet dit sociaal experiment, zoals de Vlaamse psychiater Joris Vandenberghe het noemt, dringend geëvalueerd worden. En is de meest dwingende vraag niet of we de wet gered hebben met deze vrijspraak, maar of we als samenleving wel vrijuit kunnen gaan zolang deze wet tragedies als die van Tine eerder mogelijk maakt dan verhindert.