Daar is het weer: het zoveelst nieuwe jaar.
Men vierde het in dorpen en in steden.
Veel heil en zegen wenste men elkaar.
Het vuurwerk waar men goud geld aan besteedde,
Spoot aan omhoog, kwam uit weer naar beneden.
En eventjes was iedereen weer één.
Het oude jaar behoort tot het verleden.
Ook dit keer vloot het als een schaduw heen.
Het vast jaarwisselingenrepertoire:
We dachten aan wie zo al overleden.
Men klaagde – want dat hoort zo – hier en daar
Over teloorgang van de goede zeden
We keken t’rug op alles wat we deden
Tot nut en lering van het algemeen.
Het oude jaar behoort tot het verleden.
Ook dit keer vloot het als een schaduw heen.
Misschien is dit jaar wel een schrede naar
Dan eindelijk een beetje wereldvrede:
Nou ja, let wel, we dromen het zo maar.
Dat heil en zegen toch nog nader treden.
Intussen wordt er heel wat afgestreden.
Intussen klagen we weer steen en been.
Het nieuwe jaar behoort weer tot het heden.
Ook dit keer vliet het als een schaduw heen.
Prinsheerlijk moog’ het zijn, zonder geween.
Dus strijders, steekt uw zwaarden in de schede,
of liever: wil er ploegscharen van smeden,
En spring dit keer over die schaduw heen.
Illustratie boven dit artikel: Stock.xchng.