Na het verwoestende natuurgeweld in Japan en de falende techniek, stellen wij ons de vraag: waar was God? Heeft Hij ons verlaten, of zelfs gestraft? Een column van Frans Kurris SJ.
In Japan, verleden week, leek het einde nabij. Bevingen van zee en land liepen uit op een volkomen mislukking van menselijke techniek, waarbij nog de kou kwam. Onbekende krachten ontketenden zich. Wie wist tien jaar geleden wat een tsunami is? Wie kon zich een tweede Tsjernobyl indenken? Waar bleven nu de nauwkeurige berekeningen en de nauwgezette weervoorspellingen? En wat kunnen wij in de toekomst verwachten? Is God ergens in dit mensengebeuren? Waar was God trouwens op 11 september 2001, in het Zeeland van 1953, in het Auschwitz van 1943?
Wij voelen ons dus, wat dit betreft, bekaaid. Is God wel ergens? Velen spreken van een straffende God. Maar Hij straft dan wel goede mensen die elk een naam dragen, hun eigen naam, en een hobby hebben, een geliefde of een thuis! Het gaat toch niet om een anonieme massa dieren! En staat de naam van ieder mensenkind niet geschreven in Gods hand?
Anderen halen psalm 18 aan en zeggen dat er te weinig gebeden wordt:
Toen doorvoeren schokken de aarde, bewogen de gronden der bergen: zij beefden – zijn toorn was ontbrand. Zichtbaar werd de bedding der wateren, omgewoeld de grondslagen der wereld door uw dreigende gramschap, Heer, door het stormgeweld van uw adem. (Ps. 18:8-16)
Maar nog onlangs hoorden wij in het evangelie dat stenen zeer zelden brood worden en dat God geen kunstjes prefereert (Mt. 4:1 vv.).
Wij vieren van Kerstmis tot Pasen dat God onder ons heet te zijn en zich met onze wereld solidair toont. Hij heeft een verbond met ons gesloten. Zou Hij dan niet op die absolute hopeloosheid van de afgelopen week met een schreeuw van wanhoop hebben gereageerd? Een schreeuwende God, een God die huilt, een God die al die ellende met ons deelt:
Ik heb gezien, met eigen ogen gezien jullie verslagenheid, Ik heb je gehuil gehoord, Ik heb je smart geproefd. (Ex. 37)
Die woorden klonken al in de Sinaï-woestijn tot Mozes en ze klinken vooral vanaf het kruis van Jezus. Ja, delen is wat Hij doet. En niet straffen. En geen bovennatuurlijke krachten. En in dat delen overtreft Hij ons allemaal.