Het Brabantse Deursen heeft geen winkels meer, zelfs geen café. Maar het kapelletje van de heilige Rochus wordt er gekoesterd.
Onder een druilerige regen en de plechtige klanken van de harmonie trekt de processie door mijn dorp, het Brabantse Deursen. De harmonie en de schutterij voorop. Dan, achter de vaandels, veel paraplu’s, mensen en kinderen met kleine tuiltjes bloemen, misdienaars met flambouwen en kletsnatte haren, voorzichtig reagerend naar een vriendinnetje langs de kant.
Men zoekt naar symbolen, naar plekken die het wegvallen van oude ontmoetingsplaatsen kunnen overleven
Onder een grote paraplu de kaarsdrager met een forse votiefkaars. Door de opgepoetste en versierde straten en langs het zorgvuldig gegriezelde grind trekt de processie van de kerk naar het eeuwenoude kapelletje van Rochus midden in het dorp. De harmonie speelt er, de kaars wordt bij de andere votiefkaarsen gezet, de bloemen neergelegd bij de geschilderde afbeelding van de heilige.
Het is augustus 2013. Deursen heeft geen winkels meer, zelfs geen café, maar de saamhorigheid binnen de kleine gemeenschap wordt gekoesterd. Men zoekt naar symbolen, naar plekken die het wegvallen van oude ontmoetingsplaatsen kunnen overleven, zelfs als de eigen parochiekerk en de school zouden verdwijnen. Kleinschalig en herkenbaar vanuit de eigen traditie van het dorp.
Het kapelletje van Rochus wordt er gekoesterd: het is iedere dag open, er staan altijd bloemen en planten, er branden kaarsen en er klinkt stemmige koormuziek. Langs de wand een hele rij votiefkaarsen, elk met een afbeelding van de heilige, het jaartal en de naam van de kaarsdrager van het jaar, voor 2013 Ad de Louw. Op bomen in de omgeving van het dorp hangen kleurige verwijzingen naar de plek van dit kapelletje. Wat er ook verdwijnt uit het dorp, dit blijft een levend, kloppend hart van de dorpsgemeenschap.
Rochus bevindt zich met zijn kapelletje in goed gezelschap: Johannes de Doper in Neerlangel en de heilige Anna in Koolwijk, beide op loopafstand van Deursen.
Over de heilige Rochus zelf, zevenhonderd jaar geleden geboren in het zuiden van Frankrijk, zullen ze je hier niet zoveel kunnen vertellen. Dat hij als beschermheilige tegen de pest wordt aangeroepen weet iedereen. Zoals iemand langs de kant van de processie fluisterde: “Tegen de pest hebben we hem niet meer nodig, tegen het pesten tegenwoordig des te meer.”
Bij het jaarlijkse feest ter ere van Sint Rochus is het dorp een bruisende gemeenschap: parkeerplaatsen zijn er nauwelijks nog te vinden, er wordt volop feest gevierd en veel jongeren die uit het dorp zijn weggetrokken komen op deze dag terug naar hun geboortegrond. Eén grote reünie van iedereen die hier wortels heeft.
Het Brabantse dorpsleven kan Rochus’ bescherming goed gebruiken
En Rochus? Omdat hij zich terugtrok in het bos toen hij besmet raakte door de pest en na zijn genezing de laatste vijf jaar van zijn korte leven – verdacht van spionage – gevangen heeft gezeten, wordt hij ook aangeroepen als de patroon van vereenzaamde mensen: zieken, bejaarden, gevangenen. En zo vindt hij ook zijn plaats in het Brabantse dorpsleven van onze tijd: mensen weer bij elkaar brengend op zijn feestdag en rond zijn kapelletje in de rest van het jaar. Die menselijke saamhorigheid, zo karakteristiek voor het traditionele dorpsleven in Brabant, zal zijn bescherming in de komende jaren heel goed kunnen gebruiken.