De Zwarte-Piet-discussie doet blanken bewust worden van hun huidskleur. En dat is ontmaskerend. Confronterend.
Op mijn lagere school in Brabant eind jaren zestig, vertelde de meester van de vierde klas – nu is dat groep 6 – dat Sinterklaas niet bestond. Het moment herinner ik me nog heel goed. Het was in de weken voor het Sinterklaasfeest. Het speelkwartier was net achter de rug. Blijkbaar had meester Thissen op de speelplaats gemerkt dat de ene groep jongens die niet meer in Sint geloofden, de anderen, die nog wel geloofden, plaagden. Ik behoorde tot de laatste groep. En de meester greep in. De meester zat achter zijn bureau, met zijn handen voor zich plat op dat bureau, en sprak de woorden in een grote stilte uit.
Ik ben dus blank! Nooit over nagedacht, nooit bij stilgestaan…
Hij verkondigde – ex cathedra – een nieuwe waarheid, van een Sint die niet bestond. Ik trad toe tot een nieuwe werkelijkheid; die van de volwassen. Meester Thissen ontmaskerde de werkelijkheid. De werkelijkheid was niet meer wat ‘ie leek voor die tijd: een tijd nog vol onschuld en fantasie. In die zin vind ik het Sinterklaasfeest, een feest van de ontmaskering. Ook later, bij de surprise-avonden, probeerde je achteraf te ontrafelen wie nou dat jaar voor en over jou een surprise had gemaakt. Wie was nu in dat jaar voor jou jouw Sint of Piet geweest?
Ik had een Antilliaanse buurvrouw; zij kwam van Otrobanda op Curaçao. Imelda was een vrouw met een kleurtje. Imelda was lief, en kon geen nee zeggen. Dat had ik onmiddellijk door. Ik denk, omdat ik hier geen gebruik van maakte, dat ik haar vertrouwen gekregen heb.
Eén keer is Imelda kwaad geworden op mij. Op een terloopse avond, stond zij in het gesprek opeens op, en zei met uitgestoken hand én vinger, dat “jullie Europeanen ons nooit geleerd hadden om voor onszelf op te komen”. Ik werd stil. Heel stil. Maar in mijn hoofd ging het heel snel. Ik realiseerde me pas na 40 jaar op deze aardbol rondgelopen te hebben, dat ik blank ben. Ik ben dus blank! Nooit over nagedacht, nooit bij stilgestaan. En ik realiseerde me dat Imelda wel terdege bewust was van haar kleur, maar ik dat niet was van de mijne. Wat een ontmaskering!
De uitgestoken vinger van Imelda deed mij bewustworden van mijn huidskleur. Ook de nu spelende Zwarte-Piet-discussie doet ons blanken bewust worden van onze huidskleur. En dat is ontmaskerend. Confronterend.
Aan die uitgestoken vinger zat ook een uitgestoken hand. Een hand die vroeg om te leren voor jezelf op te komen. Help mij te worden zoals jij-Europeaan, want ik ben zoals jij-Europeaan, maar jij-Europeaan zegt wel dat we gelijk zijn, maar jij-Europeaan doet er niets aan. De uitgestoken hand is een uitnodiging tot een gesprek, niet tot een opgelegd of ingesleten dictaat van een dominante cultuur. Het is een oproep tot ontmaskering, om in een betere verhouding als jij-Europeaan tot de werkelijkheid te komen. Een vorm van bekering.
Foto boven dit artikel: Gerard Stolk/Flickr.com (creative commons)
Michael Nefkens woont en werkt als zelfstandig architect te Amsterdam. Daarnaast studeert hij in deeltijd theologie in Utrecht en is hij lid van de redactieraad van Ignis.