Vanaf vandaag rijden de treinen weer volgens de normale dienstregeling en kunnen de verhitte gemoederen in ons land weer bedaren. Tenminste, tot de volgende vorstperiode. Wat gaat er schuil achter onze collectieve verontwaardiging over de spoorwegen?
Kranten spraken er schande van. Op agressieve toon interviewde het NOS Journaal de president-directeur van de NS. Er was sneeuw gevallen en de NS had wéér gefaald. Wat is er aan de hand? En… met wie is er wat aan de hand?
Kamervragen waren er zelfs. Het was toch vorig jaar al voorgekomen? Daar hadden we van moeten leren. De minister belooft dat ze er echt wat aan gaat doen. Ze gaat nu zélf advies inwinnen, in Zwitserland, want daar is het ook koud, maar gaat het veel beter. Het mag nooit meer voorkomen.
Wat mij opvalt is wat je zou kunnen noemen: het onderliggende credo. Wij Kunnen Alles. Vandaar de krampachtigheid waarmee we wat we niet kunnen tóch gaan kunnen. Want het kan en mag niet zo zijn dat we iets niet in de greep hebben. Het zal en moet beter, altijd beter. Twee typische kenmerken van de moderne cultuur: vooruitgangsgeloof, beheersingsgeloof. En als de werkelijkheid aan dat credo morrelt, dan gaan we nóg harder werken.
Desnoods spenderen we een miljard meer! Dat miljard, daarover sprak een deskundige van de TU Delft. Te midden van deze vloed van verontwaardiging zei hij simpelweg dat het best beter kan, maar dat dan de kosten van het spoor zo ongeveer verdubbelen. Zwitserland geeft voor een gelijkaardig netwerk één miljard meer uit. En zelfs dan weet je het niet. Wijze woorden.
Er was niet alleen een wijze deskundige. Er waren ook wijze reizigers. Zij namelijk die de situatie rustig beleefden, en niet strijdvaardig schreeuwden dat we deze problemen voortaan moeten voorkomen. Krampachtig versus rustig. Ignatius zou daar wel raad mee weten. En ik, waar ik naar toe wil? Dat we inzien dat ‘Wij Kunnen Alles’ een sprookje is. Het doet geen recht aan de werkelijkheid, hoe onaangenaam we dat ook vinden. En met z’n krampachtigheid brengt het geen welzijn, integendeel. Is het dus niet overduidelijk met wie er wat aan de hand is?
(De schrijver dezes heeft overigens zelf anderhalf uur vastgezeten in de trein, de snelle Fyra nota bene, 300 meter voor Amsterdam Centraal.)