Misschien best een spannende vraag. Maar in ziekte, lijden en onmacht sta je nooit alleen. Daarom is het zinvol en helend om over onze pijn het gesprek met elkaar te zoeken.
Over het verlangen naar zin ontving ik recent een prachtig boek, geschreven door geestelijk verzorger Guus van Loenen. Dit boek presenteert het verlangen naar zin als toegang tot de religieuze ervaring. ‘Dorst herken je aan het verlangen naar water. Liefde herken je aan het verlangen naar contact. God herken je aan het verlangen naar zin,’ zo schrijft de auteur. Hij onderscheidt daarbij verschillende wijzen waarop dit verlangen naar zin zich kan manifesteren: als het zoeken naar zin, het doorgeven van zin, maar ook het missen van zin. Het zijn situaties die in elk mensenleven en in verschillende levensfases voorbijkomen.
In een tijd waarin de heersende boodschap die van autonomie en eigen keuze is, spreekt een dergelijke blik mij bijzonder aan. De sterke nadruk op regie over het eigen leven maakt dat een domein als de (geestelijke) gezondheidszorg zich kenmerkt door een veelal individualistische benadering van patiënten. Daarnaast is de zorg vooral gericht op het behandelen van problemen omtrent aandoeningen en zorgvragen. Veel minder is er een cultuur om te spreken over wat ziek zijn met mensen doet, om stem te geven aan ontreddering, om nood met elkaar te delen.
God herken je aan het verlangen naar zin
Zingeving – of bestaansoriëntatie – lijkt echter meer te zijn dan enkel een individuele aangelegenheid. Verbondenheid is misschien wel een onmisbaar onderdeel van bestaansoriëntatie. Door te spreken over wat ons allen aangaat, ontstaat er een ruimte om ervaringen met anderen te delen en aan elkaar te groeien. Wanneer dit meer centraal zou komen te staan in de gezondheidszorg, zou het ten goede bijdragen aan processen van ziekte en herstel.
Juist hierbij kunnen oude verhalen mogelijk helpend zijn. Eeuwenoude teksten uit de Bijbel bevatten niet alleen veel levenswijsheid, ze maken ook deel uit van een traditie om met zaken als onmacht en lijden om te gaan. Het boek Job is een voorbeeld van een werk over de zin en onzin van het lijden. Job krijgt veel ellende te verduren. In plaats van zich te schikken in zijn lot, blijft hij echter eindeloos zijn onschuld bepleiten, tot hij beseft dat hij op iets stuit dat ondoorgrondelijk is: ‘Maar de wijsheid – waar moet je haar zoeken, en het inzicht – waar is het te vinden? Geen sterveling kent de weg erheen. De wijsheid is niet in het land der levenden’ (Job 28,12-13).
Maar de wijsheid – waar moet je haar zoeken
Het ondoorgrondelijke zit erin dat niemand vat krijgt op de zin van het lijden. Een dergelijke tekst wijst erop dat zaken als onmacht en lijden gemeenschappelijke zaken zijn, in plaats van iets wat ieder voor zichzelf moet uitzoeken. Daarover samen spreken kan onze omgang ermee ondersteunen en zo herstel bevorderen. Daarover samen spreken kan onze omgang ermee ondersteunen en zo herstel bevorderen. Zin creëer je samen.