Een vooraanstaande Amerikaanse ‘evangelical’ werd katholiek en licht zijn stap toe.
Christian Smith was een goede evangelical en is in 2010 katholiek geworden. Dat klinkt vreemd omdat evangelische christenen zich in de VS zich niet bepaald verwant voelen met de katholieke. Integendeel, ze zijn van hen gescheiden door tal van vooroordelen. Zo menen ze dat de katholieken niet in de Bijbel geloven, Maria aanbidden en hun zielenheil verwachten van hun goede werken. Terwijl zij zelf een groter belang hechten aan een persoonlijke directe ervaring van Gods genade.
Desalniettemin zijn er bekeerlingen die de over de grote kloof heen stappen. Christian Smith is niet de enige, wel een zeer opmerkelijke: een vooraanstaande godsdienstsocioloog, vroeger verbonden aan de befaamde University of North Carolina, nu aan de Notre Dame University. Hij heeft zijn overstap toegelicht in een boek: How to Go from Being a Good Evangelical to a Committed Catholic in Ninety-Five Difficult Steps (‘Hoe verander je van een goede evangelical in een toegewijde katholiek in 95 moeilijke stappen’). Daarin toont hij zich ook een goed kenner van theologie, filosofie en kerkgeschiedenis. Een rasechte intellectueel dus en een goed schrijver, zij het soms wat provocerend. Zijn verhaal is ook een betoog.
Als ware socioloog laat hij het verhaal van zijn religieuze zoektocht beginnen bij zijn waarnemingen. Hij heeft tal van kerkgemeenschappen aan het werk gezien, van allerlei confessies. Daarbij zijn hem feiten opgevallen die hem meer en meer begonnen te storen. De boven vermelde vooroordelen bleken bij nader toezien niet meer dan vooroordelen. Maar er was meer. Er waren zwakke plekken in het gemeenschapsleven van de evangelicals.
Maar eerst enkele overwegingen die theologisch en theoretisch kunnen lijken maar die erg praktische gevolgen hebben. De evangelicals willen de Bijbel ernstig nemen. Dat heeft hun geloofscultuur behoed voor de verwatering waaraan die van de traditionele protestanten wel te lijden heeft. Dat volstaat echter niet om trouw te blijven aan het geloof. De meeste evangelicals zijn afkerig van Bijbelse fundamentalisme, maar blijven het motto huldigen van de ‘sola scriptura’. Luther en de hervormers van de 16de eeuw hebben de Bijbel gehanteerd om de misgroei in de religieuze cultuur van de katholieke kerk aan te klagen.
Een ‘feel good religion’ is prettig vanuit therapeutisch maar minder waarachtig vanuit christelijk standpunt
Maar is dat soort protest nu nog nodig? Is de behoefte aan de Reformatie niet voorbij? Vroeger in de kerkgeschiedenis werd dat criterium voor de zuiverheid van het geloof nooit gebruikt zonder het aan te vullen met het criterium van de apostolische traditie. De Bijbel is trouwens zelf een product van die traditie. Zonder de controle door een gezaghebbende traditie wordt de interpretatie van de Bijbelteksten overgelaten aan de subjectieve voorkeur (en willekeur) van elkeen. Is het toeval dat in het evangelische milieu zo veel stemmen van luidruchtige, buitenissige predikanten te horen zijn?
Het gevolg is alleszins dat de protestantse wereld hopeloos versplinterd is geraakt. Dat kan niet de bedoeling zijn geweest, niet van de apostelen en evenmin van de hervormers. En hier komen we bij de grote zorg van deze socioloog, min of meer dezelfde die vroeger al bleek in zijn onderzoek naar de religieuze cultuur van de Amerikaanse jongeren. Het aanbod van vele verschillende evangelische kerkgemeenschappen wakkert de neiging tot ‘church shopping’ aan. De gelovigen gaan uitkijken naar de kerk die hun meer bevalt dan hun huidige kerk, dus doorgaans naar de kerk waar zij zich het lekkerst voelen, naar een ‘feel good religion’ met een ‘blijde boodschap’ die nauw aansluit bij hun emotionele behoeften.
Dat is prettig vanuit therapeutisch maar minder waarachtig vanuit christelijk standpunt. Is het toeval dat deze kerken nauwelijks een eigen, geprofileerd sociaaleconomisch programma hebben zoals de katholieke kerk dat wel heeft? Is het toeval dat die evangelische kerken weinig cultuurkritisch ingesteld zijn en een homogeen publiek aantrekken waarin weinig blijkt van het sociale en etnische pluralisme van de samenleving daarbuiten? Smith heeft dit met spijt geconstateerd want overigens bewondert hij de grote inzet van de evangelicals voor hun eigen gemeenschap.
Vanuit zijn vergelijkend perspectief heeft Smith grote waardering voor facetten van het katholieke kerkleven waaraan wij ons hier nogal eens ergeren. Dat geeft te denken. Onze geloofsgemeenschappen willen niet op de eerste plaats ‘leuk’ zijn en dat zijn ze ook niet, althans dikwijls niet. Ze erkennen een gezag dat controle uitoefent over de meer buitenissige denkbeelden van hun leden. Ze proberen manmoedig de last te dragen van een traditie die vele eeuwen verder teruggaat dan de Reformatie en die soms moeilijk te begrijpen en te waarderen is. Ze beseffen dat het moeilijk ontsnappen is aan de middelmatigheid van haar leden en van haar voorgangers. Die prijs heeft Christian Smith willen betalen. En hij besluit met een oproep tot andere bekeerlingen om zich in hun nieuwe kerkgemeenschap niet aan te stellen als katholieker dan de katholieken die ze daar aantreffen.
Christian Smith, How to Go from Being a Good Evangelical to a Committed Catholic in Ninety-Five Difficult Steps, Cascade Books, 2011. Meer informatie: website uitgever.