Dominee Ronald Heins liep het vuur uit de sloffen voor zijn nieuwe gemeente. Totdat hij volledig was opgebrand. In dit tweeluik vertelt hij over zijn burn-out.
“Zo te zien hebt u burn-out verschijnselen. Het lijkt me verstandig dat u zich een paar weken ziek meldt.” Wat een opluchting ging er door mij heen toen de huisarts deze woorden uitsprak. Ze waren het begin van acht maanden loslaten en opnieuw beginnen.
Ik had geen internet nodig om in mijn hoofd online te blijven
Ik sliep ’s nachts namelijk nog maar drie tot vier uur. De rest van de tijd lag ik te malen. Het was alsof een hyperactief geweten mij voortdurend influisterde: Je schiet tekort. Je kan het niet. Je moet nog meer doen. Bewijs jezelf… Mezelf ergens op concentreren ging steeds slechter en ik zag als een berg op tegen iedere afspraak. En dan was er ook nog die voortdurende hoofdpijn die als een knellende band om mijn hoofd gespannen zat. De vakantie bracht geen rust. Zelfs aan de Italiaanse oostkust bleef het werk mij achtervolgen. Ik had geen internet nodig om in mijn hoofd online te blijven.
Twee jaar eerder was ik als predikant begonnen in een nieuwe gemeente. Verhuizen en opnieuw beginnen is altijd een spannende tijd. De oude, vertrouwde plek liet ik achter om iets nieuws te beginnen. Een schone lei voor een nieuw hoofdstuk.
Maar dat bracht ook een druk met zich mee om me te bewijzen en te laten zien wie ik ben en wat ik kan. Na een kennismakingsperiode ging ik er vol in. Ik organiseerde een musical, een Top2000-viering, een kloosterweekend. Het bracht veel mensen in beweging en deed ook veel stof opwaaien.
“Heer, het is uw kerk. Ik ga slapen.”
Maar in alle drukte die het met zich meebracht, vergat ik er zelf ook van te genieten. Alles leek van mij af te hangen. Relativeren lukte niet meer. Hoe vaak bad ik toen niet: “Heer, het is uw kerk. Ik ga slapen.” Maar blijkbaar was mijn vertrouwen minder groot dan dat van de vroegere paus. De nachten waren lang, maar de volgende dag ging ik verder alsof er niets aan de hand was. Niemand had iets door, want aan de buitenkant straalde ik een tomeloze energie uit.
Toen de grootste drukte achter me lag, was ik moe maar voldaan. Bovendien had ik een paar wijze lessen geleerd; dit zou me niet nog eens overkomen. Maar op dat moment raakte ik in conflict met een paar mensen die het allemaal maar niks vonden. Een beker werd uitgegoten in de al volle emmer. Hij liep over en het licht ging uit.
De eerste weken van mijn ziekteverlof brachten geen rust. Integendeel. Gedachten bleven komen en draaiden zeurend in cirkeltjes rond. Waren dit de demonen die bezit van je konden nemen? Ik vocht met ze, maar hoe meer ik worstelde, des te dieper zonk ik weg. Ze deden me letterlijk duizelen. Lange wandelingen liep ik langs de Berkel, de IJssel en de zee. Denken, denken, denken… Alsof dat iets oplost.
In mijn hoofd was het chaos en ik verlangde ernaar orde te scheppen. Daar moest het mee beginnen. Maar waar? En hoe? Anderen had ik daarin bijgestaan, maar nu was ikzelf aan de beurt. Ik voelde me machteloos. God, kom mij te hulp. Heer, haast U mij te helpen. Veel verder dan een schreeuw uit de diepte kwam ik niet. Dan maar het lied en gebed op andermans lippen. Dagelijks luisterde ik naar de meditaties van Bidden Onderweg. Dat gaf wat houvast, voor zolang het duurde, want de woorden van de meditatie werden zo weer weggespoeld.
Met een ondraaglijke lichtheid van bestaan
Na een lange strandwandeling belandde ik toevallig in een museum in Bergen, bij een tentoonstelling met de titel ‘Het zalig nietsdoen’. Dat was een groot contrast met hoe ik me voelde: de gestreste druktemaker. Daar lag ‘The lazy king’ van Alain Séchas. Deze luie koning ligt sinds 2008 in het Arnhemse park Sonsbeek, met zijn hand onder zijn hoofd. Nu mocht hij dan even aan zee liggen, zijn nietsdoen bleef zinloos, met een ondraaglijke lichtheid van bestaan. Het was zo’n contrast met mijn leven dat ik mij geërgerd en boos van hem afwendde.
Toch symboliseert deze naakte koning van de luiheid een belangrijk station op mijn weg. Op mijn exodus uit de slavernij van het moeten en de voortdurende zoektocht naar bevestiging en waardering, bood de luie, naakte koning zicht op de vrijheid en de vrede van het er gewoon mogen zijn. De volgende dag stortte ik mijn hart uit bij een vriend. Bij het afscheid wenste hij mij een goede woestijntijd toe.
Lees hier deel 2: In alle broosheid kijken naar mijn woede en verdriet.