Antoine Audo SJ is de katholiek-chaldeeuwse bisschop van Aleppo. Hij blikt terug op de jaren van oorlog in Syrië. “Wij kunnen zeggen: God schrijft recht, zelfs op kromme lijnen.”
Wat we op dit moment in Syrië zien, van de kant van moslims en christenen, ervaar ik als een echt wonder van transformatie en openheid.
Van de kant van de christenen: een nieuw bewustzijn van hun aanwezigheid in Syrië. Voorheen leefden ze in een gesloten kring – hoewel ze deel waren van Syrië – en altijd in de verdediging. Nu, hoewel de christenen in aantal steeds kleiner worden, zijn ze op een meer betekenisvolle manier betrokken bij het proces van de wedergeboorte van het land.
De crisis van de oorlog heeft christenen van verschillende denominaties op weg gezet om één gemeenschap te vormen om de kracht te vinden om te overleven, om een nieuw beeld van moslims te krijgen en om minder wantrouwend te zijn en vrij van hokjesgeest. Zowel professioneel als in liefdadigheidswerk zijn vele christenen voor het eerst begonnen met het opbouwen van relaties van solidariteit en nabijheid met vele moslims.
Dit zijn daden die getuigen van nieuwe moed voor de christenen
In Aleppo bijvoorbeeld, door medische bezoeken aan arme families en ouderen, door het opbouwen van samenwerkingsverbanden van christelijke hulporganisaties en moslimgroepen bij de realisatie van school- en medische projecten. De teams werken in Oost-Aleppo dat geheel islamitisch is. Aan deze teams voegen ze enkele jonge moslims toe. Dit zijn daden die getuigen van nieuwe moed voor de christenen, zeker voor die van Aleppo die zich in het verleden tegenover moslims een houding van sociale en culturele superioriteit hadden aangemeten.
Van de kant van de moslims: we zien een transformatie in de manier waarop zij de christenen zien. Voor zover de gewapende islamitisch extremistische groeperingen niet de overhand kregen in de islamitische gemeenschap, komt dat ook doordat een meerderheid van de moslims de gewelddadigheden afwees en onrechtvaardig vond.
De haat en het geweld tegenover christenen van deze zogenaamde verdedigers van de ware islam en daartegenover de solidariteit en liefdadigheid van de christenen kwamen op een of andere manier onverwacht voor veel moslims. Eerder beschouwden zij de christenen een beetje als een snobistische minderheid die getolereerd moest worden, maar die niet echt respect verdiende; nu ontvangen wij meer achting en erkenning.
“God schrijft recht, zelfs op kromme lijnen.”
Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat velen van hen in hun hart geraakt zijn. Waarschijnlijk is dit het echte wonder met het feit dat dit gebeurt op het moeilijkste moment in de moderne geschiedenis van Syrië. Wij kunnen zeggen, Jacques Bossuet parafraserend: “God schrijft recht, zelfs op kromme lijnen.”
Een van de plichten die ik als bisschop van de Chaldeeuwse minderheid in Syrië voel, is het overbrengen van twee idealen die me dierbaar zijn en die geworteld zijn in de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie. Ze komen voort uit de aanbeveling van het Concilie aan alle christenen om te beseffen dat hun aanwezigheid in de islamitische wereld een groeiende gemeenschappelijkheid vraagt, allereerst van de christenen onderling en vervolgens ook tussen christenen en moslims.
Het ideaal van “samen christen worden” kan ons leiden op de weg van de oecumenische dialoog, die eenheid zoekt in de navolging van Christus, om samen leerlingen te zijn die als apostelen in de wereld gezonden worden om het goede nieuws van het Evangelie te verkondigen: “Jij bent Gods welbeminde, wees niet bang.”
Samen ook met verschillende groepen moslims wil ik het ideaal “samen inwoner (van deze stad, van dit land) worden” uitdiepen. Een moeilijke taak, maar één die de christenen in het Midden-Oosten ter hand willen nemen in de hoop op meer religieuze vrijheid en meer respect voor verschillen.
Ik moet zeggen dat de christenen op deze twee niveaus van het gemeenschappelijk leven in het Syrië van vandaag, dat zo aangetast is door geweld, een opmerkelijk voorbeeld hebben kunnen stellen van solidariteit en hulp aan de armen zonder onderscheid. Dit heeft aandacht getrokken van moslims en vragen opgeroepen over het christelijke geloof.
“Het is puur goud, geen nep!”
Ik zou vele dankbetuigingen van moslims kunnen citeren, met name van hen die medische en chirurgische hulp gekregen hebben, maar ik zal me beperken tot één voorbeeld dat mij bijzonder geraakt heeft.
Een arme, oude moslim hurkte tegen de muur van een Chaldeeuwse kerk waar het Syrische kantoor van de katholieke hulporganisatie Caritas gevestigd is. Terwijl hij wachtte op een tas met voedsel, zag hij mij voorbijgaan met mijn soutane en bisschopskruis om mijn nek. Hij stond direct op en tegenover alle mensen die in de rij stonden, allen moslim, sprak hij luid: “Nu weten we wie de christenen zijn! Het is puur goud, geen nep!” Voor mij was dat een profetisch gebaar dat in mijn hart en in mijn bewustzijn gegrift zal blijven; een teken van onuitwisbare hoop voor christenen, een teken van hoop in een hel van geweld.
Mgr. Antoine Audo SJ is een Syrische jezuïet en bisschop van Aleppo in de Chaldeeuws-katholieke Kerk.