
Wat gebeurt er als iemand die doof is ineens kan horen? Bert Daelemans SJ neemt ons mee in die ervaring en geeft er een verrassende spiritueel-religieus-theologische dimensie aan.
Op social media circuleren korte, wonderlijke video’s waarin wij getuigen zijn van de prille reactie van dove mensen die, dankzij een chirurgische ingreep, voor het eerst kunnen horen. Die reactie is bij deze mensen, groot en klein, gelijkaardig. Eerst zien wij een spontane reactie van complete, verbijsterende verrassing – ze kijken verbaasd want deze nieuwe dimensie hadden ze nooit verwacht; dit hadden ze nooit kunnen indenken: een ongekend zintuig kun je niet extrapoleren van gekende zintuigen.
Noot van de redactie: hier stond eerst een twitter video. Die is inmiddels offline gehaald dus hebben we hem vervangen door een soortgelijke video.
Dan licht vaak het gezicht helemaal op in een guitige, brede glimlach: een wereld breekt voor hen open, plots wordt die enorm verruimd op een letterlijk ongehoorde manier. De ogen beginnen te tintelen: de buitenwereld breekt plots door het vroeger ondoordringbaar wollig wolkendek dat hen als donsdeken afschermde en beperkte. Geluiden, stemmen, muziek, ja, zelfs je eigen stem dringt binnen en raakt bijzonder scherp en diep, tot in de ziel.
En wij toeschouwers mogen en kunnen hiervan bevoorrechte getuigen zijn.
Dit is zo overweldigend, dit betekent zo’n emotionele shock dat de reactie steeds, vroeg of laat, uitmondt in tranen. Emotionele tranen, tranen van geluk, tranen ook van het niet meer aankunnen, tranen van emotie omwille van zoveel ongehoord moois dat er plotsklaps is, rondom je en in je. En dan, van pure onmacht, het huilende gezicht verbergen in de eigen handen of op de schouder van een familielid. Het heeft iets van een onverwacht geschenk.
En wij toeschouwers mogen en kunnen hiervan bevoorrechte getuigen zijn. Van dit bijzondere, aangrijpende moment in het leven van wildvreemde mensen. Het is niet makkelijk om je eigen tranen te bedwingen, zo pakt dit telkens weer bijzondere moment je aan. Vreemd genoeg, ook al heb je dit zelf niet meegemaakt, kun je er inkomen, kun je heel goed begrijpen wat dit voor hen betekent. Er is een soort natuurlijk, solidair inleven en meevoelen met deze mensen. Tot op zekere hoogte kunnen wij ons indenken wat deze mensen meemaken, en deze “zekere hoogte” is voldoende om een emotionele golf in ons wakker te schudden. Wij kunnen blij zijn voor en met deze mensen en ook dankbaar om de vooruitgang van de medische wetenschap die dit mogelijk maakt.
Voor de hemel zijn een vijfde dimensie en een zesde zintuig nodig
Dit is allemaal mooi en wel op een sociaal, solidair, humanitair en ethisch niveau, om empathie te voeden en te koesteren. Maar hier is volgens mij ook een spiritueel-religieus-theologische dimensie aan verbonden. Ik vermoed dat de dood ook iets heeft van een onverwacht geschenk en een gelijkaardige overgang betekent naar een leven van ongehoorde dimensies en ongebruikte zintuigen, een ruimte die plots voor ons opengaat en waar we tot op zekere hoogte een vermoeden kunnen van hebben (en die hoogte is voldoende). Toch gaat het om een verruiming die we nooit kunnen extrapoleren van de dimensies die we doorgaans dagelijks gebruiken, dimensies en zintuigen waaraan wij gewoon zijn geworden, alsof het stuk voor stuk geen wonderen zouden zijn. Voor de hemel zijn een vijfde dimensie en een zesde zintuig nodig.
Sterven is mijns inziens een verrassende overgang naar vol leven dat een gelijkaardige drievoudige reactie opwekt: eerst de shock van pure verbazing en verwondering om een nieuwe, ongeëvenaarde ervaring; dan het gelaat dat helemaal oplicht, de brede glimlach en de schittering in de ogen; uiteindelijk de tranen die over de wangen rollen, niet van verdriet, maar van overweldigende emotie, van overstromend geluk om zoveel pure, eenvoudige, perfecte, ongehoorde schoonheid: zo mooi en zo zuiver, je wist niet eens dat het bestond; het was er al en je wist het niet, je was teveel bezig met bekende, dagdagelijkse dimensies en vertrouwde zintuigen. En dan de wonderlijke omarming, de blikken die je wisselt met de mensen die je omringen, geliefden en getuigen die al leven in die ongehoorde dimensie die niet nieuw is voor hen, maar die kunnen meevoelen en dankbaar zijn omdat voor jou een wereld is opengegaan.