Yezidi’s worden vervolgd, Sjiieten ook, maar christenen niet. Maar omdat hun leven wel zwaar is, denken velen aan vertrekken. Kunnen wij hen helpen gehoor te geven aan de oproep te blijven?
Een collega stuurde mij een mooie opzet voor zijn preek voor de zondag van de oosterse kerken, in Nederland traditioneel de vijfde zondag van Pasen. Het thema dat de Katholieke Vereniging voor Oecumene voor dit jaar heeft gekozen is: “God verheerlijken in liturgie en leven”.
Het bijna etherisch karakter van vooral de Byzantijnse liturgie
Vanuit een christelijke vredesbeweging in Bethlehem kreeg ik vandaag een tekst over de problematiek van het afval in Artas, een dorp ten zuiden van Bethlehem, en vooral over de succesvolle activiteit van een aantal vrouwen om daar een goede oplossing voor te vinden en hun medebewoners van het dorp te activeren eraan mee te doen.
Ik sta zo weer met beide benen in de realiteit van de christenen in het Midden-Oosten, dat deel van de Oosterse Kerken dat mij het meest aan het hart ligt. Een spagaat: enerzijds de verheerlijking en het bijna etherisch karakter van vooral de Byzantijnse liturgie en anderzijds de meer platte realiteit van het dagelijks leven van deze medechristenen. Want hoe mooi de liturgie vaak ook is, de christenen hebben het zwaar in deze landen, die toch de bakermat vormen van onze christelijke traditie. Ik denk dan aan Syrië, Irak, Palestina…
Jacques Mourad, een Syrische priester die zelf in 2015 door IS werd ontvoerd en vijf maanden bij hen gevangen zat, zegt hierover: “De condities met al die dictators hier in het Midden-Oosten zijn voor niemand leefbaar. En het Westen is bevriend met deze dictators en levert hun wapens. Maar stop met het praten over vervolgde christenen in het Midden-Oosten. Het is gewoon niet waar. De Yezidi’s worden door ISIS vervolgd, de Sjiieten worden door hen vervolgd. Christenen mogen blijven, onder zekere condities of ze mogen ongehinderd wegtrekken…”
Maar ligt hier niet juist het probleem? Christenen mogen wegtrekken, willen wegtrekken, kunnen wegtrekken. Christenen beseffen dat zij in het Westen beter worden opgevangen dan hun islamitische land- en lotgenoten, die het even moeilijk hebben. Ze hebben er vaak al familie of goede bekenden, bij wie ze terecht kunnen.
Een van de auteurs van de ‘afval-tekst’ uit Bethlehem, Rania, vertelde hoe haar dochters haar regelmatig vragen: “Mamma, waarom gaan wij nog niet weg?” Rania probeert ze te vertellen dat het belangrijk is om, juist als christenen, daar te blijven en niet te kiezen voor de gemakkelijker weg. Je wilt de geboortegrond van het christendom, de plekken waar Jezus preekte en zijn apostelen het geloof verkondigde toch niet overlaten aan de moslims en aan de joden in Palestina en Israël? Zo klinkt ook de oproep van de kerkelijke leiders in het Midden-Oosten, telkens opnieuw. Blijf, blijf alsjeblieft!
“Mamma, waarom gaan wij nog niet weg?”
En wij, christenen in West-Europa op deze zondag van de Oosterse Kerken: we zouden hen moeten helpen om daar – samen met al hun landgenoten – een nieuw leven op te bouwen, ook na de enorme verwoestingen die zijn aangericht, mede door ons. Een herbouwd en vredig Midden-Oosten kan dan weer opnieuw symbool zijn van het samenleven en samenwerken van christenen en moslims.
En dat was nou net de droom van pater Frans van der Lugt.