John belandt met corona op de Intensive Care. Na een paar weken vraagt hij om ziekenhuispastor Annemarie den Blanken. Ze maakt kennis met een mens die ingrijpend veranderde.
“Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de vader van alle luister, u een geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u hem zult kennen. Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen.” – Efeziërs 1, 17-18
Vol passie spreekt Paulus de inwoners van Efeze toe, al moest hij in eerste instantie het zelf niet van woorden hebben. Het was de ervaring. De Ene greep hem bij zijn nekvel om tot hem door te dringen en hem bij zijn ware roeping te brengen.
John, een biochemicus, verblijft als expat in Rotterdam. Op een keer belt zijn zoon hem vanuit Canada midden in de nacht bezorgd op. Hij had een nachtmerrie waarin het heel slecht ging met zijn vader. Hij wordt gerustgesteld. Niets aan de hand, alleen een beetje verkouden. Een paar dagen later spreekt John zijn moeder door de telefoon. Als zij naar zijn gezondheid informeert, wuift hij haar zorgen weg. Zijn verkoudheid en hoofdpijn stellen niks voor. Trouwens, hij moet een aantal belangrijke rapporten schrijven, dus voor ziekzijn is geen tijd. Voor de zekerheid vraagt zijn moeder toch iemand om eens polshoogte te nemen. Als deze man bij John gaat kijken, heeft hij meteen door dat het foute boel is en belt een ambulance.
De Ene greep hem bij zijn nekvel om tot hem door te dringen
Na een paar weken op de Intensive Care word ik erbij geroepen: meneer is wakker en wil bidden.
Sterk verzwakt maar met stralende ogen tref ik John aan in een stoel naast zijn bed. Elke beweging lijkt moeite te kosten. Zijn spreken is zacht, want ook dat kost energie. Langzaam komt hij op verhaal. Verwondering en dankbaarheid voeren de boventoon. Dat wat hem is overkomen verandert voorgoed zijn leven.
Hij vindt dat hij de afgelopen jaren niet goed bezig is geweest. Als biochemicus stond zijn werk altijd voorop. Gepassioneerd als hij is ging hij daarin ver, heel ver. Te ver, constateert hij, want hij had niet eens door hoe ziek hij was. Ook beseft hij nu pas hoeveel hij van zijn gezin houdt en dringt het tot hem door hoeveel hij voor hen betekent. Juist nu hij van ze gescheiden is, ervaart hij hun liefdevolle nabijheid. Zijn vrouw, op vakantie in India, spreekt hem van verre dagelijks moed in. Hij noemt haar zijn ‘rots in de branding’. Zo heeft hij haar niet eerder opgemerkt. Hij kijkt met nieuwe ogen. Het contact met zijn zoons in Canada is warm en intens. Ook dat komt binnen. Wat een geweldige jongens toch.
De confrontatie met zijn kwetsbaarheid maakt hem nederig.
Nu hij dit alles hier in Nederland alleen moet doorstaan, verwondert hij zich over al degenen die zich om hem bekommeren. Ziekenhuispersoneel, maar ook een vrouw, die hem nauwelijks kent, zorgt dat hij krijgt wat hij nodig heeft. John kan er niet over uit hoezeer hij zich een gezegend mens weet. Er wordt naar hem omgezien. De confrontatie met zijn kwetsbaarheid maakt hem nederig. Volgens mij vindt hij dat niet erg. John weet het zeker: hij gaat het anders doen. Vanaf nu gaat zijn focus naar zijn familie en medemensen.
John hangt geen godsdienst aan, maar hij noemt zich wel gelovig. Hij gelooft in een kracht die groter is dan hemzelf. Het maakt hem niet uit of ik christen, moslim, jood of hindoe ben: zijn dankbaarheid moet geadresseerd worden. Dus stel ik hem mijn God voor, de Ene, wiens naam betekent: ik zal er zijn. Ontroerd luistert hij. Ja, die aanwezige God sluit naadloos aan op zijn ervaring. Zijn verwondering en dankbaarheid krijgen woorden in een bewogen lofprijzing.
Allen, (aan)geraakt door de Liefde zelf, kunnen niet anders dan het anders gaan doen.
John, Mozes, Franciscus, Ignatius, Etty Hillesum en zovele anderen hebben met elkaar gemeen dat een doorgemaakte crisis hen rijp maakt voor een ingrijpende (Gods)ervaring, die hun leven een allesbepalende wending geeft. Allen, (aan)geraakt door de Liefde zelf, kunnen niet anders dan het anders gaan doen.
Zo ook Paulus. Uit zijn zegenbede blijkt hoezeer zijn hart overloopt van de genadige God. Crisis of geen crisis: het is altijd heilzaam te bidden dat de goede God inzicht mag geven en je hart mag verlichten. Als dat gebeurt, ga je het vanzelf anders doen.
Afbeelding: uitsnede van Caravaggio, bekering onderweg naar Damascus.