Stefan kreeg een hoge dwarslaesie en kon niet meer lopen. Toch zette hij zes maanden later alweer zijn eerste stappen. Hoe kan dat? Zijn verhaal heeft alles te maken met vertrouwen.
Vertrouwen is in onze samenleving flink in crisis. Niet dat we er niet naar verlangen, integendeel. De meesten onder ons vinden het belangrijk om mensen om zich heen te hebben op wie ze kunnen vertrouwen. Toch hebben velen het steeds moeilijker om te vertrouwen in mensen en, ruimer, in het leven. Hoezeer ze ook verlangen om te kunnen vertrouwen, argwaan heeft de overhand. “De enige die je echt kunt vertrouwen ben je zelf,” hoor je vaak. Toch zijn er mensen die opmerkelijk vertrouwensvol in het leven staan. Is het dan zo dat vertrouwen voorbehouden is aan een klein groepje geluksvogels?
Ik denk dat je als mens niet of nauwelijks kunt leven zonder vertrouwen. Positief uitgedrukt: het is zinvol en soms simpelweg nodig om te vertrouwen. Een bewuste en doordachte keuze voor vertrouwen kan je helpen een meer vervullend en rijk leven te leiden.
Kijk naar je eigen ervaring. De eerste keer fietsen zonder zijwieltjes bijvoorbeeld, of voor het eerst bewust intimiteit toelaten in de liefde. Daar komt een belangrijke dosis onzekerheid aan te pas. Je weet niet zeker dat je niet zult vallen, of dat de ander je zal respecteren. Vertrouwen is een sprong in het onbekende. Wie deze sprong niet durft te wagen zal het moeilijk hebben om zich ten volle te kunnen ontplooien als mens.
Daar komt een belangrijke dosis onzekerheid aan te pas.
Dit vertrouwen komt in gradaties. Het kind dat voor het eerst fietst, ziet dat pappa of mamma naast hem staat. Wie zich kwetsbaar opstelt tegenover een vriendin, ziet haar aanwezigheid, hoort haar stem, ziet haar ogen en heeft de precieze herinnering van haar voorbije woorden en daden. Er is nog wel risico. Maar er is tegelijk een stevig en betrouwbaar vangnet dat het makkelijker maakt om de sprong in het onbekende te wagen. Soms echter is dat vangnet onzichtbaar.
Onlangs leerde ik Stefan kennen. Hij kreeg enkele jaren geleden een hoge dwarslaesie. Van het ene ogenblik op het andere was alles beneden zijn hoofd verlamd. Volgens de regels van de geneeskunde was hij voortaan veroordeeld tot bedlegerigheid. Zes maanden later ging Stefan opnieuw zelfstandig wonen, in een aangepaste woning. Wat mij trof in zijn verhaal, was de rol die vertrouwen in zijn revalidatieproces heeft gespeeld en ook nu nog speelt. Dit is wat Stefan mij vertelde over de maanden die volgden op zijn dwarslaesie en de daarmee gepaard gaande verlamming:
Geleidelijk kwam er echter opnieuw een levensverlangen in mij.
“Ik had, een week na mijn ongeluk, een bijna-doodervaring. Die was zo mooi, dat ik eerst gewoon niet meer verlangde te leven. Ik verlangde terug naar die dood. Niet omdat ik wilde vluchten uit mijn ellende. Ik ervoer het eerder als een positief verlangen naar iets veel mooiers dat ik geproefd had in die bijzondere ervaring. Geleidelijk kwam er echter opnieuw een levensverlangen in mij. Iets in mij verlangde – en verlangt nog steeds – te leven. Gewoon leven om te leven. Het is vertrouwen dat me terug naar dat leven heeft geleid. Niet het willen. Niet allerhande doelstellingen die ik mezelf stelde. Maar een diep verlangen in mij dat mij in de richting van het leven duwt.”
“Concreet betekent dit dat ik ging doen wat dat vertrouwen me aangaf te doen, ook al ging dat in tegen de protocollen. En dat deed het vaak. Zo ging ik al snel opnieuw proberen te staan, ook al was dit niet volgens het revalidatieprogramma. Ik vertrouwde me toe aan iets dat me niet door mensen werd aangereikt en dat ik niet zelf bedacht. Mijn vertrouwen werd niet geschaad.”
Wat ik voel en waar ik me door laat leiden is geen sentiment. Het heeft alles te maken met liefde. Een energie die ik voel en die me blij maakt. Het is niet zozeer vertrouwen in mezelf. Het is een sprankelend gevoel van leven, heel subtiel, waar ik heel goed naar luister, eerder dan naar mijn eigen zieligheid. Die levensenergie komt naar me toe en wijst me de weg die ik, dag in dag uit ga. Als ik daarnaar luister en erbij blijf, dan leef ik, blij en open. Het is iets in mij, maar niet van mij. Het leeft in mij. Het wil leven in mij. Het heeft me leren geloven in dat vertrouwen. Dat is vandaag, zeven jaar na mijn ongeluk, enkel maar sterker geworden.”
Ik kan me voorstellen dat mensen geschokt zijn door de getuigenis van Stefan. Het kan lijken op een pleidooi om voortaan geen gehoor meer te geven aan wat de artsen je voorschrijven en gewoon te doen wat je eigen intuïtie je zegt te doen. Ik denk dat het subtieler is dan dat. Stefan zegt van zichzelf dat hij een gelukkig man is en dat de talrijke beperkingen waarmee hij voortaan moet leven hem hebben doen groeien als mens. Zelf trek ik twee lessen uit deze ervaring en levenshouding van Stefan. Naar mijn aanvoelen hebben ze alles te maken met vertrouwen als richtingwijzer naar geluk.
Het wil leven in mij. Het heeft me leren geloven in dat vertrouwen.
Als ik Stefan goed begrijp, maakt hij onderscheid tussen twee mogelijke sporen. Het eerste is dat van de wil. Dan gaat het over allerhande doelen of uitdagingen die je jezelf stelt in je leven. Vaak omdat je meent dat die belangrijk zijn. De ervaring van Stefan is dat het niet dit willen is dat hem, ondanks alles, opnieuw tot een blij man heeft gemaakt. Het tweede spoor waar Stefan het over heeft is dat van het vertrouwen. Van het zich toevertrouwen aan iets of iemand buiten hem. Hij noemt het liefde, een sprankelend gevoel van leven, levensenergie die naar me toe komt.
Dit vertrouwen gaat verder dan dat van het jonge kind dat voor het eerst fietst zonder zijwieltjes. Het vraagt een sprong in het ongewisse. Je kunt dit rationeel niet hard maken. Het is enkel de ervaring – die van jezelf, maar ook die van vele mensen voor jou – die je de juistheid ervan kan tonen.
Vertrouwen is een levenslang avontuur. Het wordt je gegeven. Aan jou om het te omarmen.
Dit is een ingekorte bewerking van het artikel dat eerder verscheen in Liefke magazine.