Guido Dierickx SJ leest het boek Against Dekolonisation. Taking African Agency Seriously en vraagt zich af wat de gevolgen zijn van dat wij in het Westen denken beter te zijn dan de rest van de wereld.
Onlangs trad in onze grote concertzaal een jonge virtuoze op met het vioolconcerto van Tsjaikovski. Ze kwam uit Zuid-Korea om hier onze westerse muziek te spelen. Is dat voor Europeanen niet iets om onze westerse eigendunk te voeden? Koreanen, Japanners, Chinezen erkennen onze culturele rijkdom. Terwijl wij nauwelijks nota nemen van de muzikale rijkdom die wij in hun cultuur zouden kunnen vinden. Dat onevenwicht zou je culturele suprematie kunnen noemen.
Wij gaan uit van de superioriteit van onze ethische waarden
Daartoe beperkt onze eigendunk zich niet. Min of meer bewust gaan wij uit van de superioriteit van onze ethische waarden, van onze politiek instellingen, van onze religieuze denkbeelden. Als wij menen dat dit terecht is, luidt de volgende vraag hoe de “inferieure” Aziaten en Afrikanen met onze culturele superioriteit moeten omgaan.
Onze culturele superioriteit opdringen, dat hebben wij, westerlingen, met grote overtuiging gedaan ten tijde van de koloniale overheersing. Toen deden wij dat met min of meer bruut geweld. Vraag het aan de Noord-Amerikaanse indianen wier kinderen ondergebracht werden in internaten waar zij niet langer hun eigen taal mochten spreken. Vraag het aan de Indiërs en aan de Afrikanen onder het koloniale bewind. Onze cultuur is ginds niet enkel dankzij haar intrinsieke verdiensten doorgedrongen maar ook, en misschien vooral, met de steun van de westerse politieke machthebbers.
Dat heeft na de periode van kolonisatie geleid tot een reactie. Die was te merken in Ierland waar velen de taal van de gehate Britse bezetter wilden vervangen door het eigen Gaelisch. Die is nog steeds te merken in Afrika waar vele intellectuelen terug willen naar een prekoloniale eigenheid. In de roekeloze veronderstelling dat dan de problemen van hun huidige samenleving zullen wegtrekken.
Dit soort reactie is illusoir en gevaarlijk. Zo betoogt de Nigeriaanse onderzoeker Olufemi Taiwo die werkzaam is aan Cornell University en auteur van Against Dekolonisation. Taking African Agency Seriously. London, 2022. De westerse (”moderne”) cultuur heeft nu eenmaal het een en ander te bieden dat in de hedendaagse maatschappij, ook in de Afrikaanse, onontbeerlijk is.
Taiwo verwijst naar het juridische statuut van gezinnen (tegen polygamie), naar de kunst van het organiseren (tegen tribale gemeenschapsvorming), naar het bouwen van de rechtsstaat (tegen patriarchale en patrimoniale heerschappij), naar het invoeren van een meerpartijenstelsel, naar het respecteren van de democratische instellingen (waar de individuele burgers soeverein zijn). En ja, ook naar de gevoeligheid voor mensenrechten en voor christelijke waarden. Samenlevingen die deze culturele verworvenheden niet willen overnemen, zijn volgens hem gedoemd om af te sterven.
Het is waar dat elementen van de westerse cultuur met enig geweld opgedrongen werden aan de gekoloniseerde volkeren. De ene cultuur is nu eenmaal machtiger dan de andere. Dat zal Taiwo zeker niet ontkennen en dat weten wij hier te lande maar al te best. In vroegere tijden was de Franse cultuur bij ons machtiger dan de Vlaamse. Wat aanleiding heeft gegeven tot een ressentiment dat tot op heden blijft bestaan. Maar dat hoeft niet te betekenen dat Vlamingen van de toen dominante Franse cultuur ons niets te leren hadden. Zoals wij thans iets kunnen leren van de Angelsaksische cultuur en dat ook gretig doen. Wel mogen wij hopen, met dikwijls vergeefse hoop, dat wij het betere van die andere cultuur zullen overnemen en niet het minder goede.
Een evenwicht in de culturele uitwisselingen
Het is niet juist dat culturen zichzelf angstvallig moeten afzonderen om zich ongerept in stand te houden. Veel beter is het dat ze hun hoop vestigen op een evenwicht in de culturele uitwisselingen. Andere culturen mogen en moeten van ons leren. En wij mogen en moeten op onze beurt veel van hen leren. Dat is al gebeurd en dat gebeurt nog. De jazz is in grote mate ontleend aan de Afrikaanse muziek. Afrikaanse auteurs publiceren literaire meesterwerken in Europese talen en behalen daarmee hoge, internationaal erkende onderscheidingen. Dikwijls leeft in die andere culturen een grotere gevoeligheid voor de ecologische problemen van de hedendaagse mensheid.
Laat me dit hieraan nog toevoegen. In de regel zijn de Afrikaanse culturen minder individualistisch en meer gemeenschapsgericht dan de onze. Het is geen wonder dat in Afrika zelfs overtuigde aanhangers van de westerse “moderniteit” enig kritisch voorbehoud hebben bij sommige “decadente” neveneffecten van die moderniteit. Ook dat hebben wij van hen te leren.