
Jos Moons sj doet vier concrete voorstellen hoe we de synodale kerk van paus Fransiscus kunnen waarmaken.
Met enige regelmaat krijg ik de vraag: Hoe kunnen we nu aan de slag om die synodale kerk van paus Franciscus op te bouwen? Een belangrijke vraag. Diepe gedachten in theologische boeken zijn slechts wat waard in de mate dat we ze waarmaken in praktische vormen. Graag doe ik vier voorstellen.
Ten eerste: elkaar groeten. Letterlijk. Als we de kerkbank inschuiven, als we de kerkbank uitschuiven, als we elkaar op straat zien. De wekelijkse viering van de theologiestudenten in Boston beginnen we met ‘please greet your neighbor’, groet even je buren.
Synodaliteit begint met elkaar te groeten
Een synodale kerk veronderstelt dat we samen op weg zijn, maar vaak zien we elkaar nauwelijks staan. Of alleen de mensen die ik ken. (Ga maar eens naar een nieuwe kerk, en tel hoeveel mensen je groeten….) Kortom: synodaliteit begint met elkaar te groeten.
Ten tweede: elkaars talenten waarderen. Dank de pastoor voor een goede preek, dank de catechiste voor de heldere uitleg, dank de vrijwilligers van de voedselbank voor hun energieke engagement. Het zijn de cadeaus van de heilige Geest aan onze gemeenschap, zou Paulus zeggen (zie 1 Kor 12-14). Een synodale kerk verheugt zich erin dat we samen de kerk vormgeven, door elk onze talenten in te zetten. Daar kunnen we elkaar in erkennen en bemoedigen!
Ten derde: luisteren naar elkaars ervaringen en ideeën. De coördinator van een synodaal proces in het bisdom van Parramatta (Australië), een kwieke jonge vrouw, vertelde me laatst dat het bisdom dankzij synodale gesprekken vooral geleerd had over lijden thuis: armoede, eenzaamheid, ziekte, werkdruk, … Kennen we elkaars lijden? Kennen we elkaars noden? En ook: kennen we elkaars geloof?
Creëer mogelijkheden om elkaar persoonlijk te ontmoeten en naar elkaars verhalen te luisteren
We zijn pas samen onderweg als we luisteren naar elkaar. Zonder meteen te troosten, te corrigeren, op te lossen. Zonder ‘ja maar’. Ook moeite met kerkelijke leer of leiding zou onderdeel van de gesprekken mogen zijn. Dus, creëer mogelijkheden om elkaar persoonlijk te ontmoeten en naar elkaars verhalen te luisteren.
Ten vierde: het uithouden. We zijn anders van karakter, gevoeligheid, kerkelijke gezindheid, theologische overtuigingen, levenservaring, talenten. Dat verrijkt en schuurt. Conflicten en meningsverschillen zijn een onvermijdelijk onderdeel van samen onderweg zijn. Kunnen we daar ontspannener in worden?
Communicatie is dus een groot goed. Niet alleen de communicatie met God, maar juist ook de communicatie met elkaar. Elkaar begroeten. Elkaar waarderen. Elkaar horen. Het uithouden met elkaar. Op die bodem kan iets nieuws groeien: een nieuwe kerkelijke cultuur, met aandacht voor elkaar en voor nieuwe ideeën. Aan die bodem kan ieder van ons bijdragen. Laten we niet wachten tot een ander het initiatief neemt, maar met Gods hulp zelf een beginnetje maken.
Foto door Erika Giraud via Unsplash