Waarom predikte Bernardus van Clairvaux zo hartstochtelijk de kruistocht, en zong hij de later berucht geworden tempeliers de lof toe? Een nieuwe vertaling van zijn lofzang op die ridderorde geeft een begin van een antwoord.
Van Bernardus van Clairvaux weten we dat hij in de 12de eeuw leefde, dat hij vele abdijen van cisterciënzers heeft gesticht, dat hij een groot mystieke auteur was en in zijn tijd een leidende figuur van de kerkgemeenschap in het Westen. Zijn grote reputatie duurt voort tot op heden.
Is het dan niet een beetje jammer dat hij ook, op vraag van de paus, de tweede kruistocht heeft gepredikt en zelfs sterk heeft geijverd voor de in 1129 opgerichte orde van de tempeliers? Wat heeft hem bezield om in 1131 een Lofzang op een nieuwe ridderorde te schrijven? Waren die tempeliers niet de stoottroepen van de kruisvaarders, het toonbeeld van de westerse agressie in het Midden-Oosten? Op die vragen krijgen wij een begin van antwoord dankzij de pas verschenen vertaling van zijn Lofzang.
Ridder-monniken moeten wel betere soldaten zijn dan bandeloze vechtjassen, zo redeneert Bernardus
Hoe kon hij geloven dat het leven van een monnik en dat van een krijger verzoend kon worden in de tempelier? Zelfs velen van zijn tijdgenoten hebben daaraan sterk getwijfeld. Maar Bernardus zelf meende dat het ideaal van ridder-monnik mogelijk en zelfs noodzakelijk was. Het was nodig de christelijke pelgrims in het Heilig Land te beschermen tegen rovers en ‘ongelovigen’ met behulp van een doeltreffende politiemacht. Die politiemacht zou zich mogen bedienen van geweld, zou mogen doden. Maar dergelijke taak mocht niet toevertrouwd worden aan eer- en geldzuchtige en bovendien ongedisciplineerde krijgers die al te dikwijls de idealen van de kruistochten verraden hadden. Veeleer moest het recht op geweld overgelaten worden aan ridders met de vorming en levenswijze van monniken.
Vandaar dat hij in zijn lofrede vooral aandacht besteedt aan de spiritualiteit van dat nieuwe soort ridders. Ridders die zich verplichtten tot de geloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid, die bovendien zouden leven in hechte gemeenschappen, moeten wel betere soldaten worden dan de bandeloze vechtjassen die God noch gebod eerbiedigden, zo redeneert Bernardus.
Aan deze ware ridders moest op de eerste plaats de kunst bijgebracht worden om goed te sterven (‘ars moriendi’) voor een rechtvaardige zaak. Natuurlijk zullen zij zich verplicht zien vijanden te doden. Maar daarbij mogen zij niet geleid worden door wrok of haat of razernij maar enkel door de wens om onschuldigen te beschermen. Kortom, hij besteedde meer aandacht aan het sterven voor de goede zaak dan aan het doden voor de goede zaak.
Dat was voor Bernardus een manier om het oorlogsgeweld te beteugelen en daarmee sloot hij aan bij andere pogingen van de christelijke geloofsgemeenschap om de oorlogsvoering te beperken tot ‘rechtvaardige oorlogen’ en om de krijgers om te vormen tot ware ridders. Voor Bernardus leed het geen twijfel. De ware kruisvaarders en meer bepaald de tempeliers vochten een rechtvaardige want defensieve oorlog tegen een boosaardige agressor.
Feit is dat de tempeliers het slachtoffer zijn geworden van een grote lastercampagne
De eerste kruistocht was uitgerukt om de Byzantijnse keizer, op zijn aandringen, bij de staan tegen de Turken (na de catastrofale nederlaag bij Manzikert in 1071). De tweede kruistocht zou de lokale christelijke gemeenschappen verdedigen en tevens het Heilig Land dat zo centraal stond in het geloofsleven van de vele pelgrims en van alle christenen. In onze tijd zouden wij niet anders redeneren zo ons gevraagd werd om de landing in Normandië te legitimeren.
Heeft de lofrede van Bernardus het beoogde effect gehad? Heeft hij het optreden van de tempeliers in goede banen geleid? Zeker is dat in militair opzicht de tempeliers uitgegroeid zijn tot een geduchte militie, die niet erg geliefd waren bij Saladin en andere vijanden. Maar hun reputatie heeft later een flinke knauw gekregen. Omdat zij niet enkel onverschrokken maar ook fanatiek en meedogenloos optraden? Of zijn zij in het Westen in ongenade gevallen vanwege de grote rijkdom die zij voor van hun militaire operaties in het Oosten toevertrouwd kregen? En die de afgunst wekte van een machiavellistische vorst zoals de Franse Filips de Schone? Of omwille van hun militaire macht die enkel gehoorzaamheid verschuldigd was aan de paus en niet aan de lokale vorsten?
Feit is dat zij het slachtoffer zijn geworden van een grote lastercampagne die hun oversten op de brandstapel heeft gebracht. Een vorm van executie die toen de uitdrukking was van de zwaarste morele veroordeling. Maar hadden zij inderdaad een loopje genomen met de spiritualiteit die Bernardus hun had voorgeschreven? Dat is lang geen uitgemaakte zaak.
Bernardus van Clairvaux, Tempeliers. Lofrede op een nieuwe ridderorde, uitgeverij Damon, 2015, 152 blz., € 27,90. Meer informatie/bestellen: Website uitgever.