
Wat moeten we hiervan denken: onze nieuwe paus speelde graag tennis; En hij kan dat nu blijven doen want, diep verborgen in de tuin van het Vaticaan, is er een tennisterrein. Op het eerste gezicht klinkt dit als goed nieuws, maar is dat ook zo?
Het zou getuigen van een goede gezondheid en zelfs een paus heeft wel eens een verzetje nodig. Volgens een tamelijk recente film keken paus Franciscus en zijn voorganger Benedictus wel eens samen naar voetbal op de televisie. De meer welwillende commentatoren zullen daartegen geen bezwaar hebben. Maar er zijn meer diepgaande bedenkingen mogelijk bij dit onschuldig lijkende tijdverdrijf.
Wat zou een minder welwillende waarnemer hieruit kunnen afleiden? Op de eerste plaats dat Robert Prevost een eerder agressieve sport beoefende en beoefent. Dat belooft niet veel goeds voor zijn tegenstanders buiten het tennisterrein. Lees wat de sportjournalisten schrijven wanneer zij het spel van een goede tennisser prijzen. Dat hij uitpakt met een moordende service, met messcherpe volleys aan het net, met verpletterende smashes, met listige dropshots. Dat de paus dat zou kunnen, mogen we aannemen omdat hij volgens kenners over een goede backhand beschikt. Het laat zich raden dat hij ook de andere aspecten van het spel meester is. Dat een paus zich nu ook van dergelijk wapenarsenaal zou bedienen in de tuin van het Vaticaan, dat zou iets kunnen zeggen over zijn inborst. Bisschoppen, kardinalen en tutti quanti hoedt u voor de toorn van die man.
Tennis lijkt op een boksmatch maar is het tegendeel
Wie zich desalniettemin aan de zijde van Leo XIV wil scharen, doet er goed aan uit te kijken naar tegenargumenten. Tennis is inderdaad een sport waarin je probeert je tegenstander te “verslaan”. Maar het gebruik van geweld wordt daarbij zorgvuldig beperkt. Tennis lijkt op een boksmatch maar is het tegendeel. De spelers worden van elkaar op afstand gehouden door een net. Ze worden geacht, ook wanneer er geen scheidsrechter toeziet, om met een glimlach toe te geven dat de bal van de tegenstander juist binnen de lijn viel. En na de wedstrijd worden winnaar en verliezer geacht elkaar een handdruk te geven, soms zelfs een omhelzing. Lijkt dit alles niet een beetje op een goed lopende dialoog? Zou deze mentaliteit niet welkom zijn op een synodaal proces?
Hoe zou je geen hoge verwachtingen koesteren van een paus die de kwaliteiten vertoont van een goede tennisser? Die doortastend en slagvaardig is wanneer hij een punt moet maken. En die tevens vriendelijk genoeg is om het gelijk van een tegenstander te erkennen, die zelfs in staat is om een tegenstander de hand te reiken?
Een goed kerkleider hoort voorzichtig te zijn
De media lieten ons weten dat paus Leo XIV, Bob Prevost, de Italiaanse nummer één van het wereldtennis, Yannik Sinner, in audiëntie heeft ontvangen. Bij die gelegenheid heeft Sinner hem een tennisracket ten geschenke gegeven en de paus heeft die dankbaar aanvaard. Maar op de uitnodiging om meteen, in die prachtvolle zaal, een balletje te slaan, is hij niet ingegaan. Te veel risico op schade aan het antieke meubilair. Ook dat is een goed punt voor onze nieuwe paus. Geen brokken maken waar dat niet echt nodig is. Een goed kerkleider hoort voorzichtig te zijn.
Foto door Moises Alex via Unsplash