Waarin is mijn partijprogramma christelijk? Verschillende politici beantwoorden die vraag voor ons. Chris van Dam (protestant) en Herman Kaiser (katholiek) zijn CDA’ers. “Gaat het CDA weer moraliseren? Ja, en daar is niets mis mee.”
Wij nemen onze vrijheid serieus. Wij hebben het er voortdurend over. Maar we bedoelen daar vaak onze eigen vrijheid mee. De vrijheid dat ik kan doen wat ik wil. Wij vergeten vaak dat vrijheid geen ik-woord is, maar een wij-woord. Mijn vrijheid wordt beperkt door de vrijheid van anderen. Je kunt het nog beter zeggen. Mijn vrijheid is een ruimte die ik met anderen kan delen. Maar die vrijheid vraagt om verantwoordelijkheid voor elkaar en vertrouwen in elkaar.
Die verantwoordelijkheid en dat vertrouwen hebben wij met elkaar afgesproken in een soort van gezamenlijke afspraak. Een afspraak die ons beschermt tegen willekeur, machtsmisbruik en onrecht. Die afspraak heeft vorm gekregen in de democratische rechtsstaat.
De instituties van de democratische rechtsstaat zijn dijken die onderhouden moeten worden.
Wij hebben het voorrecht om in zo’n rechtsstaat te leven. In veel landen hebben mensen dat geluk niet en worden de meest elementaire mensenrechten met voeten getreden.
Onze rechtsstaat is niet zomaar een gegeven. Er moest letterlijk voor worden gevochten. De instituties van de democratische rechtsstaat vormen de infrastructuur van onze vrijheid en de bescherming van onze grondrechten. Het zijn dijken die onderhouden moeten worden. Ze vragen om periodiek onderhoud.
Op sommige momenten is er verhoogde dijkbewaking nodig. In zo’n situatie zitten wij vandaag. De moord op een strafrechtadvocaat door een meedogenloze onderwereld is on-Nederlands. Vinden wij met zijn allen. Maar het is niet zomaar een incident, dat voor even onze polderrust verstoord. Het is een trend van een gestage criminele ondermijning van onze rechtsorde. In het CDA-verkiezingsprogramma wordt een ferme aanpak bepleit om deze trend te keren. Het verkiezingscongres heeft onlangs deze prioriteit nog eens extra aangescherpt.
Is het CDA een ‘law and order’-partij? Ja, inderdaad en daar is niets mis mee. De inzet voor het behoud van de democratische rechtsstaat is er niet om de staat te dienen. Het gaat erom dat de overheid zich volgens de regels van het recht kan blijven inzetten om de burgers te dienen. De overheid is niet van zichzelf en niet voor zichzelf. De overheid is er op de eerste plaats om op te komen voor de meest kwetsbaren. De overheid helpt mee om kansen te creëren opdat ieder van ons in sterke gemeenschappen zijn of haar talenten kan ontwikkelen. In een sociale rechtsstaat geeft de overheid het voorbeeld hoe wij respectvol en humaan met elkaar kunnen omgaan. Daaraan ontleent de overheid haar gezag. Zij leeft onze wetten zelf het eerste na. Als dat niet meer het geval is, hebben wij een groot probleem.
Dat probleem heeft zich helaas voorgedaan met de toeslagenaffaire, waarin bleek dat bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag de Nederlandse rechtsstaat door de overheid geschonden werd. Het kabinet kwam er door in zwaar weer en trad uiteindelijk af. Als voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie heb ik – Chris van Dam – met verbijstering gezien wat er fout kan gaan. Als de overheid haar eigen burgers als een vijand gaat beschouwen ondergraaft zij elke publieke moraal.
Men maakt zelf de keuze om een steen op te rapen of een bushokje stuk te slaan.
Het CDA wil aan het verval van die publieke moraal een halt toeroepen. Gaat het CDA weer moraliseren? Ja, en ook daar is niets mis mee. Laatst werd het CDA in een televisieprogramma verweten dat we mee zouden drijven op een golf van politieke stoerdoenerij. Het ging over de gevangenisstraf voor crimineel geweld tegen de politie en andere publieke hulpverleners. Het zou onrechtvaardig zijn om de rechter te verplichten om iemand tot detentie te veroordelen, zonder rekening te houden met persoonlijke achtergronden.
Daar is tegenin te brengen dat relschoppers zelf de keuze maken om de straat op te gaan. Men maakt zelf de keuze om een steen op te rapen of een bushokje stuk te slaan. De politieman of -vrouw gaat ook van huis. Om namens ons allemaal zijn of haar werk te doen. Op de opmerking: “ Ja, maar hij of zij kiest er toch zelf voor om bij de politie te gaan. Dat hoort bij het beroepsrisico. Zij moeten tegen een stootje kunnen …” past enkel een tegenvraag. Wat gaan wij als samenleving doen als onze dienders daadwerkelijk zouden zeggen: laat een ander het maar doen …
Voor het bewaken en sterk houden van de dijken van onze rechtsstaat hebben wij mannen en vrouwen nodig die dag en nacht over ons waken. Als CDA tonen wij onze verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de mensen achter de dijken, maar ook voor de wachters op de dijken die voor ons allen zorgen. Als die dijken doorbreken zijn juist zij die onze zorg en bescherming het meeste nodig hebben het eerste slachtoffer.
Sociale rechtvaardigheid vraagt om een stevige aanpak. Dat is onze inzet bij de verkiezingen van 2021.