Zoals ons lichaam ziek kan worden door slechte voeding, zo kan onze ziel ook lijden onder armzalig geestelijk voedsel. Wat zijn de vitaminen voor de ziel?
In de stad waar ik woon zijn in het afgelopen jaar weer twee plekken van religieuze energie verdwenen. Opnieuw een kerk die aan de eredienst onttrokken is, opnieuw een klooster dat door de hoogbejaarde bewoners werd verlaten. In beide gevallen zijn er geen jonge mensen die zich geroepen voelen de traditie van kerk en klooster verder te dragen.
Onze ziel verteert veel junkfood, maar weinig levengevende vitaminen
Het erfgoed van onze voorouders spreekt ons momenteel blijkbaar niet aan, het is alsof de christelijke traditie de mens van nu niet meer weet te bereiken. En dan bedoel ik niet alleen de jeugd, die niet meer weet wat Pasen betekent, maar ook die grote groep van 30- tot 60-jarigen, die toch christelijk werd opgevoed. Hun innerlijke GPS is niet (meer) afgestemd op de signalen van een religieuze cultuur.
Onze innerlijke navigatiesysteem is geprogrammeerd door en afgestemd op de nieuwe tijd. Met zijn allen bouwen we steeds het collectieve energieveld op van waaruit wij leven, van waaruit ons het voedsel van alledag bereikt. Maar elke mens hongert ook naar voedsel voor zijn ziel. De zeelui van vroegere eeuwen, die voor maanden eten meenamen, hadden niet in de gaten waarom ze scheurbuik kregen: ze kregen geen vitamine-c binnen. Dat kan ook onze ziel overkomen: we realiseren ons niet, hoe armzalig en beperkt het energiespectrum is, waaruit we onze voeding betrekken: “Zorg dat je aan je trekken komt”; “Eigen volk eerst”; “Geniet want het leven is kort”; “Alleen de dingen die je begrijpt hebben zin, mystiek is zelfbedrog”. Onze ziel verteert veel junkfood, maar weinig of geen levengevende vitaminen.
Misschien dat daarom zoveel jongeren afstemmen op een plek als Taizé
Wat de ziel goed doet, zijn dit soort vitaminen: ervaringen die verwondering en dankbaarheid wekken; liefdevolle aandacht; stilte die vrede brengt; inspirerende ontmoetingen, niet alleen met mensen, maar ook met natuur, met schoonheid. Door dit soort voeding groeit ontroering en heimwee naar datgene wat in de traditie het transcendente genoemd wordt. Wel zaken overigens waar de mens van de nieuwe tijd bang voor is, bang als voor een zwart gat. Maar wie zorgt, dat dit soort energie wordt uitgezonden?
Augustinus zei het al: “Wij zijn de tijden.” Zelf bepalen wij het energiespectrum van de nieuwe tijd. Zelf mogen we trillingen uitzenden waar anderen zich aan voeden. Misschien heeft de kerk van het verleden te zeer geprobeerd haar energieschat over te dragen door te doceren en uit te zenden, eenrichtingsverkeer, zonder acht te slaan op de trillingen van haar leden. Resonantie is per se wederkerig: beide kanten zenden en ontvangen in wederzijdse openheid. Misschien dat daarom zoveel jongeren afstemmen op een plek als Taizé, en velen zich aangesproken voelen door iemand als paus Franciscus: zij zitten op de golflengte van hun ziel.
Het zullen niet de fatalistische haat-imams mogen zijn, die de energie van de nieuwe tijd bepalen, noch de economen, noch de techniek. Wij zijn de tijden.
Foto boven dit artikel: Bartlomiej Berczynski/Freeimages.com