Een glimlach, een vriendelijk gebaar. Paul de Blot SJ ondervond aan den lijve waar het ten diepste om draait in de gezondheidszorg.
Ik heb het ziek zijn, deze zomer, in een niet al te groot ziekenhuis mogen ervaren als een zorg in het meest diepgaande menselijke spanningsveld tussen leven en dood. Daar wordt met de uiterste inspanning gewerkt voor mensen door mensen in een uiterst gecompliceerde situatie, waar menselijke fouten bijna niet te vermijden zijn.
De meest geavanceerde technologische kennis en de hoogste medische vakkundigheid worden immers gebruikt in een uiterst onberekenbare situatie van de mens in de strijd om het leven. Dat is een zorgvuldig samenspel van rationele discipline en liefdevolle menselijkheid, als een uiterst creatief samenspel dat mij doet denken aan de inspanning van een koorddanser.
Naast de technologische samenhang is er nog een ander krachtenveld in beweging van een gedisciplineerd samenspel van verantwoordelijkheden van mensen met een zeer uiteenlopende achtergrond en heel verschillende vorming. Zo is er een taxibedrijf dat op tijd een zieke komt ophalen en weer thuisbrengt voor een onderzoek of behandeling Zo is er een verpleegkundige die op tijd de medicijnen bij de patiënt brengt, de temperatuur opneemt, de slangetjes controleert van de apparaten en komt kijken hoe de patiënt het maakt. Daarnaast zorgt een ander team voor voeding en drank, zorgvuldig aangepast aan de zieke.
Als in de nacht iemand sterft valt er een plaats leeg en ’s morgens wordt een ander bed binnen gereden, terwijl de schoonmaak alles klaar maakt voor een volgende zieke. Artsen en specialisten komen daar tussendoor af en aanlopen om te helpen waar ze nodig zijn. Het is een uiterst gedisciplineerd samenspel van de meest uiteenlopende specialismen rondom een even gevarieerde samenstelling van zieken.
Ook de schoonmaak is een specialisme. Alles gebeurt met de grootste zorgvuldigheid in een vaak onvoorspelbare situatie, want het gaat primair om zieke mensen die ieder op een bijzondere manier zorg en aandacht nodig hebben. Er is sprake van teamwerk en een gedisciplineerde aanpak in een uiterst gecompliceerde situatie en het verbaast me dat er eigenlijk zo weinig misgaat.
Naast het technische en interactieve niveau is er op een dieper niveau nog een andere dynamiek die velen ontgaat, maar niet minder belangrijk is. Dat is de geestelijke samenhang tussen verzorgers en patiënten en tussen de zieken onderling. Zieken voelen zich vaak machteloos, eenzaam en verlaten, ze hebben veel moeite gezondheid en leven los te laten en hunkeren naar aandacht en medeleven.
Een glimlach of vriendelijk gebaar van een verpleegkundige, iemand die schoonmaakt, een medepatiënt, kan wonderen verrichten. Naast mij lag iemand die in de nacht nooit de bel kon vinden en dan met zwakke stem de zuster riep. Ik belde dan de zuster voor haar. Een ander kamergenoot maakte ik blij met een krant en een derde vroeg altijd vol belangstelling hoe het met mij ging. Er kan een innige band ontstaan van saamhorigheid en een rijk gevoel dat je niet alleen bent. Deze geestelijke rijkdom van bij elkaar te horen kan ook therapeutisch van belang zijn.
Gezondheid en ziekte gaan beide om loslaten. Dit is ook geestelijk van aard en maakt ons bewust van de zin van ons leven. Bepaalde indrukken blijven na het ontslag uit het ziekenhuis nog genezend nawerken. We beseffen dan dat het leven ons voor niets geschonken is en tot diepe dankbaarheid kan stemmen. Dat is de liefde.