Tien spirituele tips als oplosmiddel voor problemen die zich dagelijks voordoen in de zorg. Marc Desmet helpt ons de essentie van zorg geven en ontvangen te doorgronden.
Kan ik mijn zorg of mijn verzorgd worden beleven als een teken van deze tijd, iets wat betekenis heeft voor onze maatschappij met zijn tekort aan zorgverleners en zijn gebrek aan gemeenschap? Kunnen wij onze afhankelijkheid beleven als ‘een roeping’?
We weten dat er heel wat ontnuchterende ervaringen volgen op die ‘roeping’, zowel voor zorgverleners als bewoners. Het is de gelegenheid voor een nu bejaarde generatie die soms met veel scrupules en gewetensangsten is opgegroeid om te ontdekken dat God werkelijk liefde en vergeving is en dat de waarheid over je leven niet samenvalt met feiten maar met de wonderlijke ervaring dat je die feiten overleefd hebt.
Dus: kleine stappen zetten als je op dat moment geen grote kunt zetten. Niets doen betekent verlamming, terwijl de kleine stap je in een positieve dynamiek kan brengen. De deelname aan de eucharistie kan zo’n kleine stap zijn: was het Laatste avondmaal niet een symbolische, op zich kleine daad, waaruit als bij het mosterdzaadje een enorme christelijke boom is gegroeid ?
Je kunt extra attent zijn als zorgverlener voor de bewoner of zorgverlener als het even minder is. En dankbaar zijn voor wat er wel is. Het geeft een ander perspectief. Denk opnieuw aan de eucharistie: Hij nam een beker, sprak het dankgebed – in die moeilijke omstandigheden – en zei: …
Bedenk steeds dat de stemming soms onverwacht snel ten goede kan keren.
Beslis niet alleen op basis van technische of psychosociale gegevens maar ook van sereniteit en con-sensus (samen aanvoelen). Is een beslissing iets wat je enkel neemt, of ook iets wat je als het ware van binnenuit ontvangt? Luister daarbij ook naar je lichaam: wat geeft ‘onge¬zonde vermoeidheid’, en wat gezonde? Wat geeft zwaarte, wat lichtheid? Wat veroorzaakt complexiteit, wat eenvoud?
De weg naar de hel loopt over goede intenties. Daarom deze moeilijke maar belangrijke dodehoekspiegel-oefening: ‘innerlijke vrijheid’ is als de dodehoekspiegel in je (bedrijfs)wagen. Hoe hoger je als bestuurder zit, hoe zwaarder de gevolgen, hoe meer nood aan zo’n dodehoekspiegel.
Vul zelf in: ‘Raak niet aan mijn……’ (zoek iets wat je erg belangrijk vindt of waar je goed in bent; je stokpaardjes): mijn opvattingen bijvoorbeeld over zorg voor religieuzen; mijn goede orde: in welke mate is er plaats voor creativiteit, voor nieuwe initiatieven?
Speur naar je dode hoek: probeer te zien waar je gehechtheid aan je stokpaardje soms tot impasses leidt. ‘Controleer’ of je voldoende oog hebt voor het niet-meetbare.
Gooi je stokpaardje niet weg maar dresseer het en berijd het bedachtzamer.
Hoe kan je vrijer worden ten opzichte van je basis-passies (3 M’s: Materie, Macht, Minne)? Door een ‘goede passie’ te vinden. Paradoxaal genoeg kunnen we een spirituele schat vinden in die andere ‘passie’: het lijden. Het antwoord op het lijden is zeker activiteit die een ruimte creëert waarin lijden verandert. Toch is ook het omgekeerde van activiteit nodig.
Passiviteit in de activiteit kan heilzaam zijn: er is geen heling zonder passiviteit.
Jezus van Nazaret verlost ons uit het lijden door zijn schitterend voorbeeld van bevrijding van ziekte, sociale uitsluiting, onvruchtbaar godsbeeld etc. Dit is de Jezus van het eerste deel van het evangelie. Die begrijpen we goed en zien we in het werk van zorgverleners.
Maar anderzijds verlost Hij ons doordat hij zelf bewust in het lijden is gestapt. Waarom ging Hij toch naar Jeruzalem? Die Jezus van het tweede deel begrijpen we veel minder goed, maar we proberen Hem daarin te volgen … op afstand. En het is precies aan diegenen die Hem hebben proberen te volgen – moeizaam – dat Hij verschijnt. Misschien ‘verlossen’ sommige bewoners de zorgverleners!
Lijden en vechten gebeuren eerst zonder de ander, die niet begrijpt wat ik meemaak; vervolgens vaak tegen de ander die als kwaadwillig en onverschillig ervaren wordt en die mij ‘zoekt’ (als een stalker) en hopelijk op een bepaald moment met de ander die ook blijkt te lijden. Echt mede-lijden typeert de mens: ‘Je souffre-avec, donc je suis.’ (Lytta Basset).
Ontwikkel zo solidariteit met de zovelen in de ‘verte’ die in de verste verte niet beschikken over de middelen die wij hebben: niet om schuldgevoelens te ontwikkelen maar om daaruit relativeerkracht – veerkracht verscholen in relativeren – te putten.
Jezu-iet zijn of worden is ‘iet’ van Jezus worden…..
Marc Desmet SJ is regionale overste van de Vlaamse en Nederlandse jezuïeten. Hij studeerde filosofie aan het Centre Sèvres te Parijs, geneeskunde en theologie aan de K.U. Leuven.