De gevangenisstraf zit erop, het vrije leven lacht. Maar hoe voorkom je een terugval in oude patronen? Nog niet zo makkelijk, zegt gevangenisaalmoezenier Tonny Cornoedus.
“Joepie! Ik ben vrij, na zo vele maanden/jaren gevangenis. De straf zit erop: alles uitgezeten tot de laatste dag. Geen voorwaarden meer. Ik ben een vrij man en ik kan een nieuwe start nemen.” Of: “Eindelijk vrij, vrijgekomen met voorwaarden waaraan ik me moet houden om niet terug te vliegen. Ik kreeg acht voorwaarden mee… maar ik zie het wel zitten. Ik ga me aan de regels houden. In de gevangenis zien ze me niet terug.”
Deze euforie bij de een en bij de ander duurt meestal een nacht en een dag: een nacht om de vrijheid uitbundig te vieren, een dag om uit te slapen van de roes.
En dan volgt dikwijls een koude douche: letterlijk, maar vooral figuurlijk. “Ik heb de indruk dat alle mensen mij bekijken als ik op straat kom. Het geld dat ik in de gevangenis spaarde zal vlug op zijn. Mijn verzekeringen zijn niet in orde. Ik heb geen postadres. En vind maar eens een woonplek: ik kan geen loonstrookjes voorleggen aan de eigenaar. Wat moet ik zeggen als ik naar werk solliciteer en men mij vraagt: waar werkte je voordien?”
Je komt met de beste bedoelingen uit de gevangenis en vlug zit je in een straatje zonder einde
Dan klampen oude ‘vrienden’ je aan: “Blij dat je terug bent, welkom in onze groep… Wanneer slaan we de volgende slag?” Of “ik trakteer je vanavond op wat drugs: dat zal best smaken.” Je komt met de beste bedoelingen uit de gevangenis en vlug zit je in een straatje zonder einde, een ‘doodlopend’ straatje. Vlug ontzinkt je de moed. Jij, de stoere, de grote bek in de gevangenis, voelt je klein worden als een hopeloos kind. Welke weg moet je gaan? De harde, lange weg van de integratie in de maatschappij die je sowieso niet graag ziet komen met dat stempel op jouw voorhoofd? Of toch de gemakkelijkere weg die je vroeger al bewandelde, en die je ten val bracht? De keuze is soms zo moeilijk, en soms laat men je zelfs geen keuze.”
Juist voor deze mensen, mensen die uit de gevangenis komen of voor daklozen zonder uitweg, werd in 2004 door drie gevangenisaalmoezeniers Huize Pit-stop opgericht te Brugge. Daar werd aan tien mensen de gelegenheid geboden onder begeleiding hun leven weer op de rails te krijgen. Sommigen grepen de geboden kans met beide handen aan. Ze slaagden erin werk te vinden of een opleiding, schulden af te betalen en wat te sparen en stilaan te groeien naar een zelfstandig leven.
Ze zullen het niet halen zonder een welgemeend ‘welkom’
Voor anderen bleef het moeilijk: de huisregels respecteren – er is altijd wel een of ander excuus te vinden om niet te doen wat men moet doen; afspraken nakomen, structuur in je leven brengen. Het was dan ook met veel, heel veel geduld, met steeds weer de mensen aan te spreken, te bemoedigen, te motiveren, zeventigmaal zevenmaal soms, dat mensen hun weg vonden. Anderen haakten af en… kwamen enkele maanden later vragen om een nieuwe kans te krijgen in huis. En als er plaats was, kon dat.
Vrij komen is één zaak, de vrijheid positief invullen is een andere. Wie er alleen of zo goed als alleen voor staat botst tegen vele muren. Soms zeggen mensen wel eens: “Heeft hij (of zij) het dan nog niet begrepen na zo vele jaren gevangenis?!” De meesten hebben het wel begrepen, maar ook al zouden de maatschappelijke structuren perfect inspelen op hun noden, ook dan zullen ze het niet halen zonder een welgemeend ‘welkom’, zonder enig vertrouwen, een beetje liefde, een omarming. Wie geeft hun die?