Henk Witte hoort zijn vijfjarige kleinzoon het lied zingen waarmee de jongen de schooldag opent. Hij ziet een sterke parallel met de dagopening uit zijn kinderjaren.
Hij is net vijf en zit nu een jaar op school. Een school in de grote stad. Toevallig een onder de koepel van een katholiek schoolbestuur. Dat katholieke was voor zijn ouders geen motief bij de schoolkeuze, wel de afstand tot thuis, het pedagogisch concept en de vriendjes van de overkant.
Een maand of drie geleden moesten we schooltje spelen in de quality time tussen avondeten en naar bed gaan. We werden op stoelen in een halve cirkel gezet. Wij: zijn ouders en grootouders. Hij in het midden. ‘Fijn dat jullie er zijn. We zingen eerst ons goede morgen-liedje.’
Heel zuiver zong dat ijle jongensstemmetje:
Goede morgen, goede morgen,
wij zijn uitgerust en klaar
om te spelen en te werken
en te zingen met elkaar.
Elkaar helpen, elkaar troosten,
ieder kind gaat met een lach
samen met zijn allen zorgen
voor een hele fijne dag.
Goede morgen allemaal.
Het liedje ontroerde. ‘Elkaar helpen, elkaar troosten,’ uit de mond van een bijna vijfjarige. Hij wist waarover hij het had. Mij deed het terugdenken aan vroeger. Hoe ging dat toen? Een Wees Gegroet, en later, op de middelbare school, ‘Kom, heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde.’
Maar is troosten niet een daad die we toeschrijven aan de heilige Geest?
Geen Maria, Jezus, God of heilige Geest aan het begin van een dag op een school onder een katholieke koepel nu. Wel elkaar helpen, elkaar troosten en spelen, werken, zingen met elkaar. Maar is troosten niet een daad die we toeschrijven aan de heilige Geest? En is dat ‘samen’ en ‘met elkaar’ ook niet iets wat we van hem verwachten? Bovendien, wie weet wat er gebeurt in de spatie tussen de woorden, die minieme leegte die verbindingen legt? Om nog maar niet te speken van wat er gebeurt bij vier- vijfjarigen als zij met dit liedje zingend een schooldag beginnen.
Prof.dr. Henk Witte is emeritus bijzonder hoogleraar aan de Tilburg School of Catholic Theology. Hij bekleedde daar de Xaverius-leerstoel voor theologie en spiritualiteit vanuit ignatiaans perspectief.