De katholieke kerk kent ruim tienduizend heiligen – één op elke honderdduizend gelovigen. Waar is dat eigenlijk goed voor? En wat betekent het om ‘heilig’ te zijn?
“Moet de paus niet ophouden heiligen te creëren?” Dat was de kop boven een ingezonden artikel in The Guardian pas geleden. Aanleiding was het feit, dat paus Franciscus op zondag 12 mei achthonderd martelaren heeft heilig verklaard. Zij hadden in 1480 in Zuid-Oost-Italië de belegering en verovering van hun stad Otranto door de Ottomanen overleefd, maar weigerden hun christelijk geloof af te zweren en de islam te omarmen. Zij werden allen om het leven gebracht in het dal der martelaren, om hun trouw aan het geloof in Christus.
In zijn preek zei paus Franciscus: “Het was precies dat geloof dat hun de kracht gaf trouw te blijven”, en de paus bad: “Nu we de martelaren van Otranto vereren, laten we God vragen die vele christenen te steunen en te bewaren die in onze tijd op zoveel plaatsen ter wereld nog steeds te lijden hebben onder geweld. Dat Hij hen de moed en trouw mag verlenen om het kwaad dat hen wordt aangedaan met goed te beantwoorden.”
Sommige mensen verklaren we heilig in de stilte van ons hart
De schrijver van het artikel in The Guardian geeft toe dat wij katholieken steeds weer behoefte hebben aan ‘rolmodellen’, mensen die ons bemoedigen en inspireren in ons geloof, terwijl wij ons best doen om een enigszins behoorlijk leven te leiden. Dat des te meer in een tijd, waarin we geconfronteerd worden met zovelen die als rolmodel ernstig te kort zijn geschoten. Maar zou je niet mogen zeggen, zo vraagt hij zich af, nu we in onze kerk ruim tienduizend heiligen hebben – dat wil zeggen één op elke honderdduizend gelovigen – dat we nu wel over ruim voldoende rolmodellen beschikken?
Hier over mijmerend gingen mijn gedachten een andere kant op. Iedere heilige is het werk van Gods Geest. Niemand kan het op eigen kracht. Het is nooit een persoonlijke prestatie. Gods Geest bewerkt heiligheid, de Helper, die de Vader in Jezus’ naam gezonden heeft. In de meest uiteenlopende omstandigheden en tijden heeft Hij mensen bezield een goed leven te leiden. Een leven, bewust of onbewust, in navolging van Jezus, die ons heeft voorgedaan wat leven is, wat liefde doet. De navolging van Jezus heeft alle denkbare en ondenkbare vormen aangenomen, maar altijd in dienst van het heil, dat Jezus onder ons bewerkt heeft; altijd in dienst van het Koninkrijk Gods. Wij allen zijn daartoe geroepen. Wij allen worden daartoe gesteund door Gods woord en sacrament. Ieder op zijn plaats, met haar talenten en in haar eigen omstandigheden, is geroepen heilig te worden door een bijdrage te leveren aan de heelmaking van onze wereld.
Een heiligverklaring is niets anders dan openlijk verklaren dat mensen in deze of die figuur die heelmaking hebben ervaren. Meestal verklaren we dat in kleine kring, door de verhalen die we over hem of haar vertellen, door de tranen die we om hem of haar schreien. Dankbaar gedenken we wat we door die ene persoon in ons leven hebben ontvangen. Zijn foto krijgt een ereplaats. Ik kan er maar niet toe komen haar brieven, die herinneringen, weg te doen. Sommige mensen verklaren we heilig in de stilte van ons hart en we danken God om deze mens.
Maar zo nu en dan zijn er figuren die er uit springen, misschien één op de honderdduizend, waarvan het spoor voelbaar, zichtbaar te volgen is over heel de wereld. Dan krijgen we er behoefte aan om te juichen. Om de heilige Geest toe te juichen om wat Hij in die mens onder ons heeft bewerkt. Om openlijk te verklaren dat we leven op de manier van deze mens voorbeeldig vinden. Dat we ons daaraan kunnen optrekken. Hij of zij spiegelt ons een visioen voor dat tot navolging noodt.
Wil ik een bijdrage leveren aan het heil van mensen en al doende heilig worden?
Wat staat mij voor ogen als ik het heb over de heilige Geest? Wat bid ik eigenlijk, als ik – zoals we met Pinksteren nog deden – bid: ‘Kom, heilige Geest’? Dat de Heilige Geest vrede mag brengen in het Midden-Oosten? Of de graaicultuur mag omspitten? Dat Hij de goederen op aarde rechtvaardiger zal verdelen of welk ander probleem zal oplossen? Of bid ik dat Hij mij mag komen inspireren om meer te leven overeenkomstig het evangelie? Bid ik Hem te komen om mij te helpen een bijdrage te leveren aan het heil van mensen en al doende heilig te worden? Als we geen heiligen meer willen hebben moeten we daar meteen mee stoppen. Want uit de vele heiligverklaringen valt af te lezen dat dat gebed verhoord wordt.
Afbeelding boven dit artikel: Amodalie via Flickr.com (creative commons)