
Wat is een plek waar je makkelijker tot stilte komt? In deze zomerserie beschrijven redactieleden een plek waar voor hen de stilte dichtbij kwam. In deze aflevering: Guido Dierickx sj doorkruist een lege stille sneeuwvlakte om bij de Mettelhorn te komen. Het is alsof hij binnenstapt op de eerste dag van de schepping.
Om 6 u. is het gedaan met de nachtrust in de Rothorn Hütte. Dan worden alle gasten gewekt, mocht dat nog nodig zijn. Dan beginnen die koortsachtig hun bergschoenen te zoeken, in hun rugzakken te rommelen en al hun tuig naar de voordeur te slepen. Nog even een haastig ontbijt en daar staan zij en even later ook wij buiten, op 3200 m. hoogte, de warme berghut achter ons en voor ons een kille, uitgestrekte sneeuwvlakte, in de verte omringd door een duistere wand van bergen. Woest en doods, zoals voor de eerste dag van de schepping in het boek Genesis. Daar ergens ligt onze bestemming, de Mettelhorn. De tocht daarheen zou niet erg lastig mogen zijn. Maar hoe geraken we er? Er zijn geen ervaren bergwandelaars die ons voorgaan en ons de weg wijzen. Enkel een onduidelijk spoor in de sneeuw. We zijn alleen, alleen onder een onmetelijk uitspansel met talloze onverschillige sterren. We zijn omringd door een ademloze stilte.
Er zijn religieus begaafde mensen die in dergelijke stilte bewonderend en huiverend opkijken naar het heelal, naar de macht en de pracht van de scheppende God. Ja, ook wij zijn daarvoor gevoelig en soms houden we even halt. Om op adem te komen en om te speuren naar een hogere, waakzame aanwezigheid. Maar we hebben niet veel tijd voor dergelijke, haast mystieke beschouwingen. Want we moeten verder vooraleer de bodem te week wordt. Het enige geluid is het knarsen van de bevroren sneeuw onder onze bergschoenen. En soms de schurende ruk van het bergtouw als één van ons viertal niet in de pas loopt. De wereld hier, hoog in de bergen, is vreeswekkend in zijn wit-zwarte kleuren. Hoe zouden wij niet uitkijken naar het opgaan van de zon, naar een toets van wat kleur op de bergkammen rondom ons. Het is als wachten op de eerste dag van de schepping.
We zijn omringd door een ademloze stilte
Uiteindelijk zijn we er geraakt. De Mettelhorn heeft lang niet de reputatie van de naburige Matterhorn. Hij is zowat duizend meter minder hoog en veel minder stijl, een bergtop die door echte bergbeklimmers mededogend gegund wordt aan de beginners. Maar het uitzicht is er overweldigend. Daar aangekomen enkele uren na zonsopgang overvalt je een golf van beelden. De Matterhorn rechts, de 4500 meter van de Dom recht voor je aan de overzijde van de vallei, Zermatt diep beneden onder ons. Beelden om nooit te vergeten. Maar beelden die op ons een minder blijvende indruk hebben nagelaten dan die van de lege, stille sneeuwvlakte die we doorkruist hadden. En die wij tijdens de afdaling tot onze spijt niet meer zouden terugvinden. Want dan waren de luidruchtige kleuren van het zonovergoten landschap er weer. Dan kwamen we weer thuis in onze gewone wereld, onder de opgewonden toeristen die het paadje naar de Rothorn Hütte wilden beklimmen om al gauw terug te keren naar de toeristische drukte van Zermatt. Zij hadden de stilte daarboven gemist en de ervaring van wat voor de auteur van Genesis als de eerste dag van de schepping zou geweest zijn.