Op een sombere dag staat Guido Dierickx op het marktplein van Rochefort. Daar probeert hij gehoor te geven aan het motto van de jezuïeten: God zoeken in alle dingen.
Onze heilige stichter Ignatius vraagt aan het einde van zijn Geestelijke Oefeningen dat wij God zouden zoeken en vinden in alle dingen. Welnu, de ervaring leert ons dat dit niet makkelijk is. Vooral niet op een sombere, verkleumde herfstdag in dit stadje in de Ardennen. Een mooi stadje op mooie dagen, daar niet van. Maar nu zo grauw en leeg. Geen mens op het marktplein.
Of toch. Daar in de hoek van het plein, onder de enige boom, een groepje kleine kinderen in het uniform van een of andere jeugdbeweging, onder het waakzame oog van een grote leidster. Dat zijn de enigen die in dit weer nog de straat op gaan. Ze zitten daar en tateren dapper tegen de wind in, zoals kleine meisjes dat plegen te doen. Niets bijzonders, zou je denken. Maar toen gebeurde daar iets om op film op te nemen. Niemand was er om het te zien, behalve deze toevallige voorbijganger.
Eén van de meisjes, die met het roestbruine haar, stond voor haar grote leidster met een doos chips in de hand. Die was haar klaarblijkelijk door haar moeder meegegeven in een poging de wandeling met haar kameraadjes wat op te vrolijken. Nu bood zij haar grote leidster een chipje aan. Met enige aarzeling, dat kon je merken. Misschien zou de leidster die chips niet lusten. Je weet maar nooit met grote mensen. Maar toch bood zij die aan, de aarzeling voorbij.
Daarna kon zij haar aandacht opnieuw wijden aan de andere leden van de bende die niets gemerkt hadden en onverstoorbaar verder bleven tateren.
Ze had het risico van haar gebaar goed ingeschat. Eerst merkte de leidster haar niet eens op. Maar toen ze het kleine meisje met de chips in het oog kreeg, zag je ook haar aarzelen. Misschien hield ze inderdaad niet van dat spul, van chips-met-paprika-smaak. Haar aarzeling duurde echter slechts heel even. De leidster nam een chip. Ik kon niet horen of ze ‘merci’ zei. Een woord van dank was trouwens niet echt nodig. De grote leidster had de chip aanvaard. Het kleine meisje kon haar met iets een plezier doen en had dat gedaan. Daarna kon zij haar aandacht opnieuw wijden aan de andere leden van de bende die niets gemerkt hadden en onverstoorbaar verder bleven tateren.
God vinden in alle dingen? God zoeken in alle dingen is nog tot daaraan toe, maar Hem vinden? Het is dikwijls gemakkelijker zijn afwezigheid dan zijn aanwezigheid te ontdekken, zeker op dat kale, lege marktplein van Rochefort. Gelukkig zijn er van die gebaren waar mensen, ook in die leegte, toe in staat zijn. Waartoe ook kinderen in staat zijn. Die kunnen soms zo argeloos goedhartig zijn, als leefden ze nog in de tijd van voor de zondeval. Geen wonder dat er in het evangelie staat: ‘Laat de kinderen tot mij komen.’