Don Bosco had bijnamen als ‘Koning van de straatjongens’ en ‘Apostel van de verwaarloosde jeugd’. Wat kan hij de kerk anno nu leren over jongerenwerk?
Johannes Bosco, zoals hij eigenlijk heet, is de stichter van de congregatie der salesianen. 31 januari is zijn naamdag. Dominiek Deraeve is salesiaan. Hij werkte op een school in België, maar woont sinds enkele jaren in Amsterdam. Daar draagt hij de verantwoordelijkheid voor een parochie in Nieuw-West. Samen met zijn medebroeders proberen de Amsterdamse salesianen extra oog te hebben voor de jongeren die rondhangen op straat. In de geest van Don Bosco, hun voorganger.
Dat gebeurt heel concreet: ‘Met pastoraat onder jongeren en door hen geloofsverdieping aan te reiken’ zegt Deraeve. ‘Ook trekken wij jongeren aan om naar de kerk te komen , want zoveel komen er niet meer. Maar er zijn jongeren die interesse hebben.’
De jongeren die van de rails af dreigen te lopen terug op het spoor te krijgen.
Wat de medebroeders van Deraeve ook doen is straathoekwerk. ‘Jongeren van de straat proberen aan te trekken door samen activiteiten te doen. Op die manier reiken we een positieve ervaring aan, waardoor ze geen domme dingen gaan doen. De jongeren die van de rails af dreigen te lopen terug op het spoor te krijgen. Wij gaan voetballen met die jongens. Als er op die manier contact is gelegd, luisteren we naar de noden. Moeten wij misschien iets voor ze opzetten? Dat is een werk van lange adem.’
‘Waarom wij dat doen? Omdat wij salesianen van Don Bosco zijn. En omdat jongeren de toekomst hebben.’