Ook in zijn laatste brief Gaudete et Exsultate spreekt de paus over onderscheiding. Ben Frie legt in heldere taal uit wat hij met dat woord bedoelt.
De uitdrukking ‘onderscheiding der geesten’ is niet alleen bij de jezuïeten in gebruik. Al in het Nieuwe Testament wordt het woord gebruikt, maar vooral in de eerste eeuwen van het christendom waren het de woestijnmonniken die zich ‘de gaven van het onderscheid’ eigen trachtten te maken. Zij ervoeren de verwarring die kan toeslaan als je je terugtrekt uit het werelds gebeuren en aan jezelf uitgeleverd bent. Zij zochten de volmaaktheid, maar ervoeren dat de zondige aanvechtingen hen bleven vergezellen.
Een goed criterium is: word ik innerlijk rustig van wat zich aandient, of raak ik in verwarring?
De leer van de onderscheiding helpt om nuances aan te brengen in die verwarrende ervaring. Ik kan leren te onderscheiden, zoals wanneer ik in mist ben gehuld, wat nog wel zichtbaar is: mijn gevoelens en gedachten. Welke zijn mijn gedachten, welke gevoelens komen in mij op? En vervolgens: wat is er de waarde van? Een goed criterium is: word ik innerlijk rustig van wat zich aandient, of raak ik in verwarring? We mogen ervan uitgaan dat innerlijke vrede een teken is van de werkzaamheid van de goede Geest. Als ik tot rust kom en tot diep gevoelde vrede, mag ik aannemen dat God in mij werkt.
Maar als ik onrustig word en blijf, dient zich een andere werkelijkheid aan: er zijn kwade krachten die mij weghalen bij de ervaring van vrede. Zonder dat ik er invloed op heb, komt er van alles in mij op wat mij in verwarring brengt. Juist op die punten waar ik onzeker over ben, komen er vragen in mij op, ja zelfs bewijzen dat ik niet op de goede weg zou zijn. Drogredenen, met de precisie van echtheid. Tegenwoordig zeggen we wel ‘fake news’. Het lijkt echt, maar is het niet.
We mogen ervan uitgaan dat innerlijke vrede een teken is van de werkzaamheid van de goede Geest.
Hoe kun je weten wat waar is? Wellicht is het goed om ervan uit te gaan dat waarheid altijd relatief is. Ik vind waar wat mij altijd is bijgebracht, ik sluit me aan bij de cultuur waarin ik leef. Ik heb mijn vaste ijkpunten: mijn ouders, mijn leermeesters, de leer van de kerk etc. Vooral dat laatste toont dat het inspanning vraagt om te achterhalen wat ik nu moet volgen.
Een paus die mij niet met evenveel woorden zegt: doe dit, of doe dat, maar een paus die mij vraagt: kom zelf tot onderscheiding hoe en wanneer God in jouw leven werkt. Neem zelf de beslissing over wat jou het meest met God verbindt. Het criterium is en blijft: innerlijke vrede. De paus spreekt zelfs van ‘heiligheid’ (het thema van zijn laatste brief Gaudete et Exsultate). De vraag blijft: ben ik God op het spoor, of is het mijn verwarring die mij van Hem vervreemdt? Ziedaar het principe van de onderscheiding.
Een paus die mij niet met evenveel woorden zegt: doe dit, of doe dat, maar een paus die mij vraagt: kom zelf tot onderscheiding.
Wat Ignatius toevoegt aan de eeuwenoude leer van de onderscheiding is de keuze: ik kan kiezen voor wat mij vrede geeft, en afwijzen wat mij in verwarring brengt. Als ik voor een moeilijke beslissing sta, kan ik dat zo doen: ik zal dat kiezen wat mij uiteindelijk meer met God verbindt. Vaak hebben we een intuïtie wat dat zou moeten zijn – maar het volgen van die intuïtie en het afzien van ons eigen belang, dat is wat ons op de proef stelt, maar tenslotte meer met God verbindt. Dat is de heiligheid waar de paus op zinspeelt.