Ora et labora, contemplatie en actie – termen die steeds terugkeuren in de christelijke gebedstraditie. Want bidden is dan een stil en rustig gebeuren, de vrucht ervan is dat wij ‘willen’ handelen.
Over bidden wordt gezegd dat het rusten in God is, zich overgeven aan Zijn wil. Is die rust nog mogelijk in deze door onrust gedreven tijd? En, zo ja, is het verantwoord hem te zoeken en te koesteren te midden van mensen voor wie angst de grondtoon van hun leven is?
De enige remedie tegen angst en spanning is vertrouwen. Een gejaagde wereld bewijst men dienst door zelf halt te houden. Dan verdwijnt de vrees voor datgene waarvoor mensen op de loop zijn. En met de vrees wijkt het ongeluk. Want veel ongeluk komt voort uit vrees en veel vrees berust op inbeelding.
Gebed is geen afwijzing van de actie maar een afstemming op Gods scheppende kracht
Waarvoor zouden we vrezen? God is Schepper, zoals we in het Credo belijden. Wat Hij in ons bewerkt, kunnen wij niet in zijn plaats doen. Of we verkeren in de illusie iets te doen, zoals Adam en Eva, die zich wilden inzetten voor de goede zaak (“Jullie zullen als goden zijn”) in plaats van God zijn werk te laten doen. Onze activiteit wil tastbaar effect en beweging onder het voorwendsel van een edelmoedige inzet, maar zij kan niet rusten in Hem die leert hoe handelen uit rusten ontspringt.
Gelukkig zijn kan ons een slecht geweten bezorgen, als veel tijdgenoten niet gelukkig zijn. Maar een slecht geweten is een slechte raadgever. Werden Jezus’ tijdgenoten minder door angst en spanning geplaagd dan wij? Toch was Hij niet bepaald haastig met het brengen van zijn Blijde Boodschap.
Gebed is geen afwijzing van de actie maar een afstemming op Gods scheppende kracht. Daar worden we vervuld van een energie die uit liefde opbloeit. Zij behoedt ons voor agitatie en actie die tot verwarring en wanorde leiden. Dit is het criterium voor een gezonde ijver: een werk uitvoeren brengt ons meer inkeer en verlangen naar God dan wanneer we datzelfde werk zouden nalaten.
Guido de Baere SJ, Vlaams jezuïet, Ruusbroec-kenner, doceerde Middelnederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de Universiteit Antwerpen en is medewerker van het Ruusbroecgenootschap (Universiteit Antwerpen).