
Michaël Merrigan merkt hoe mensen zich uitputten in verklaringen waarom bepaalde schendingen van mensenrechten onvermijdelijk zouden zijn. Maar daarmee wordt vaak een eenvoudige waarheid vergeten: mensenrechten en humanitair recht zijn er niet alleen om anderen te beschermen. Ze bepalen ook wie wij zelf zijn.
Er viel deze week niet naast te kijken: uitgemergelde baby’s, mensen die vechten om wat voedsel, getuigenissen over door kogels verminkte kinderen, geamputeerden die geen hulp krijgen. De kritiek op Israël bereikt ongekende hoogtes. Tegelijkertijd blijven er, tot in de hoogste politieke regionen, mensen die proberen te verantwoorden, minimaliseren, goed te praten.
Mensenrechten zijn natuurlijk belangrijk, maar “je moet realistisch zijn” en “niet naïef”. “Een organisatie als Hamas bevecht je niet met fluwelen handschoenen.”
Dat soort boutades – waar in hun algemeenheid ook weinig tegenin te brengen valt – nemen de grond van de zaak niet weg: mensenrechten en het internationaal humanitair recht (het recht dat geldt in oorlogssituaties) zijn er om ons te beschermen tegen anderen, en om anderen te beschermen tegen ons. Maar ze zorgen er óók voor – en dat vergeten we snel – dat we zelf menselijk blijven.
Het is de typische uitroep van de misbruiker: “Zie waartoe je me gedwongen hebt!”
Het is de typische uitroep van de misbruiker: “Zie waartoe je me gedwongen hebt!” We horen het van Poetin, die zegt dat de NAVO of de Oekraïners hem hebben gedwongen tot gruweldaden in Oekraïne. We horen het van Hamas, dat beweert dat Israël hen dwingt tot groteske moorden op onschuldige Joodse burgers. We horen het van Netanyahu, die zegt dat Hamas hem gedwongen heeft tot onvoorstelbaar leed tegen onschuldige Palestijnen.
Maar het moorden, verminken en verhongeren gebeurt door en in opdracht van Poetin, van Hamas, van Netanyahu. En door de mensen die, met de keuze om het anders te doen, elke dag opnieuw besluiten daarin mee te gaan.
Mensenrechten zijn een taal om iets wezenlijks maar moeilijk te vatten concreet te maken: menselijke waardigheid. Die menselijke waardigheid is niet iets wat anderen moeten verdienen; het is iets wat wijzelf en anderen steeds bezitten. Wanneer wij die waardigheid – fundamentele mensenrechten – aan anderen ontzeggen, zegt dat nooit iets over die ander. Het is steeds een spiegel van wie wij zelf zijn. Wie de ander ontmenselijkt, verliest de eigen menselijkheid.
De onverschilligheid en de wreedheden van Hamas zeggen iets over Hamas en over de mensen die hen verdedigen. De onverschilligheid en de wreedheden begaan door het Israëlische regime zeggen iets over dat regime en over de mensen die zich in bochten wringen om die daden te tolereren of zelfs goed te praten. Op elk moment hebben we de keuze om te zeggen: wat de ander deed was vreselijk, maar ik ben zo niet. Ik ben zo niet.
Wanneer wij die waardigheid – fundamentele mensenrechten – aan anderen ontzeggen, zegt dat nooit iets over die ander. Het is steeds een spiegel van wie wij zelf zijn. Wie de ander ontmenselijkt, verliest de eigen menselijkheid.
Er is geen enkel excuus voor wat zich op dit moment in Israël en de Palestijnse gebieden afspeelt. Genoeg is genoeg. Ook wie het de ander niet gunt, zou zich minstens zorgen moeten maken over wat hij of zij zelf aan het worden is – door bij te dragen, weg te kijken, te minimaliseren of goed te praten.
Foto door Mohammed Ibrahim via Unsplash