Opnieuw tonen misbruikschandalen een gehavende Kerk. Het lijden van de vele slachtoffers is groot. Ben Frie verkent manieren om hier op een goede manier op te reageren.
Even een stemmingsbeeld, nu we allerlei commentaren zien op het pausbezoek aan Ierland en wat zich daaromheen afspeelde. Mijn conclusie, dan weet u dat meteen: blijf trouw aan beproefde principes, aan een beproefd geloof en doe zelf niet wat u wilt dat anderen u niet zullen doen: smaden, verdraaien of misbruiken, bijvoorbeeld om tendentieus nieuws te verspreiden.
Trouw (27 augustus) meldt: ‘Paus praat over schuld, maar voor slachtoffers gebeurt er weinig’. Carlo Maria Viganò, voormalig ambassadeur voor het Vaticaan in Washington, beschuldigt beide laatste pausen van nalatigheid: ‘de paus moet opstappen’. ‘De conservatieve tegenstanders van Franciscus grijpen het seksueel misbruik aan om de paus aan te vallen. Dat er binnen de RK-hiërarchie zo’n harde aanval op de paus wordt gedaan, is ongekend.’ Mijn vraag: is het nu het moment om innerlijke verdeeldheid te onderstrepen?
De paus sprak een ‘ongekend mea culpa’.
De Volkskrant (27 augustus) kopt: ‘Paus vraagt in Ierland om vergiffenis voor misbruik’, en schrijft verder over ‘vergiffenis om de schande en het verraad […] Het blijft een bron van pijn en schaamte voor de katholieke gemeenschap’. De paus sprak een ‘ongekend mea culpa’. De krant meldt dat er tijdens het bezoek aan Ierland ‘protesten tegen de zwakke opstelling van het Vaticaan’ klonken, die bestaat in het nog onvoldoende ingrijpen door de paus om doofpotconstructies op te heffen. Mij leek dit bericht heel genuanceerd.
In het Katholiek Nieuwsblad (24 augustus) schrijft onze voormalige eindredacteur Anton de Wit: ‘Woede en verbijstering doortrekken de reacties op het misbruikrapport uit Pennsylvania. We kunnen en willen er niet omheen deze week in onze krant, al kostte het ons – dat mag u gerust weten – wel de nodige moeite om de juiste toon en het juiste evenwicht te vinden in onze verslaggeving. Je blijft een katholiek die zich schaamt om zijn Kerk.’
De Wit pleit ervoor dat de huidige kerkleiding de verantwoordelijkheid neemt die hun afgetreden voorgangers hebben laten liggen. ‘Wij – journalisten, commentatoren maar uiteindelijk juist ook wij gewoon bezorgd kerkvolk – moeten dat alles kritisch blijven volgen, begrip hebben voor dat menselijk onvermogen maar er geen genoegen mee nemen. Niet passief, maar actief, als mede-restaurateurs van het gehavende huis van God.’ Hoeveel meer engagement spreekt hieruit!
Arturo Sosa, generale overste van de jezuïeten, vraagt de medebroeders en medewerkers van de orde in een brief (24 augustus) om zich solidair achter de paus te scharen. ‘De verwarring, de teleurstelling, de woede, het gevoel van machteloosheid en de spirituele troosteloosheid die deze situatie losmaakt in vele leden van het volk van God en bij anderen over heel de wereld vragen om een moedige hernieuwing van ons geloof die ruimte schept voor wat ons vandaag onmogelijk lijkt.’
We vragen de Heer om steeds groter verdriet en schaamte
Sosa wijst op een regel uit de Geestelijke Oefeningen: ‘het strekt tot voordeel onze activiteit te intensiveren tegen de troosteloosheid in, meer aandacht te geven aan gebed, meditatie en (gewetens)onderzoek en op een gepaste wijze boete te doen’ – taal die we ook van de paus kennen. ‘We vragen de Heer om steeds groter verdriet en schaamte als we het lijden zien dat wordt veroorzaakt door zoveel gevallen van misbruik.’
Ik vond de Volkskrant deze keer sympathieker dan Trouw. Maar de keuze die Anton de Wit maakt, inspireert en laat zien wat een journalist ook kan doen: oproepen tot kritische solidariteit. Arturo Sosa maakt ons nog meer solidair door te vragen om onderlinge samenhang in de verwerking van wat we hier onder ogen moeten zien.
Zelf trouw blijven waar anderen vervielen in ontrouw is voorlopig het beste antwoord naast alle genoegdoening die ook gevraagd wordt. De vraag is hoe ik op een goede manier betrokkene kan zijn bij slachtoffers. Dat plegers verantwoording moeten afleggen, staat buiten kijf. Dat dat moeilijke processen met zich meebrengt ook. Maar ik mag er in dit spanningsveld mijn eigen solidariteit niet voor opgeven en niet mee gaan huilen met de wolven in het bos.