Waarom liet God mij zo in de steek? Die vraag dreunt door in de gesprekken die Annemarie voert met een vrouw in het ziekenhuis. Kan zij ooit weer vertrouwen?
Meditatie bij Matteüs 13, 1-23. Over Gods woord dat als zaad overvloedig over ons wordt uitgestort. En waar het dan bij ons terecht komt. Net zoals onze aarde kent ook ons gemoed een gevarieerd landschap.
Een vrouw vertelde over haar ziekenhuisopname. Wat een eenvoudige ingreep moest worden, liep volledig uit de hand en ging mis. Gevolg: meerdere zware operaties, Intensive Care en een langdurige herstelperiode. Daarbij kwam het bericht dat zij nooit moeder zal kunnen worden. Haar leven wordt nooit meer hetzelfde.
Pijn, teleurstelling en onzekerheid voeren de boventoon. Zij heeft het gevoel alsof alles haar uit handen is geslagen. Haar vertrouwen is op alle fronten geschaad, inclusief het Godsvertrouwen. Zij is hem toch trouw geweest? Waarom liet Hij haar nu zo in de steek? Was haar gebed dan voor niets geweest? Gods woord? Het zal wel, maar zij kan er niets mee. Het stoot eerder af. ‘Wat heb ik eraan?’, denkt ze. ‘Ik voel er niets van. Waarom grijpt Hij niet in als Hij almachtig is?’ Ze slaat dicht. Het zaad valt vruchteloos op de weg, vogelvrij verklaard. Ze hoort, maar kan niet horen.
Daarmee is het vertrouwen niet terug, maar het verlangen is er in elk geval wel
Na verloop van tijd kan zij praten over haar teleurstelling, haar vragen, haar gebrek aan vertrouwen. Ze weet het allemaal niet meer. Hoe moet ze verder? Kan ze de draad ooit weer oppakken? Ze wil weer leren vertrouwen, maar hoe? Woorden geven aan gevoelens en gedachten lucht op en scheppen helderheid. Iemand stuurt een mooie tekst over Godsvertrouwen. Die ontroert haar. Daarmee is het vertrouwen niet terug, maar het verlangen is er in elk geval wel. En dat is al heel wat.
Soms zet Gods woord haar even in vuur en vlam. Daarna dooft het snel uit, want angst heeft de overhand. Bang dat het toch allemaal niet waar is. Bang voor nieuwe tegenslagen. Jezelf openstellen vraagt moed, vraagt vertrouwen. En dat is nu net de moeilijkheid. Het zaad valt op rotsachtige grond. Het schiet op, maar kan niet aarden. Ze hoort, maar kan niet vasthouden.
Toch laat ze God niet los. Het is wel een gevecht, een worsteling. De zorgen en vragen van hoe nu verder? De stress. Het intense verdriet. Zoveel ongemak. De onherroepelijke wending die haar leven heeft genomen maakt haar onrustig. De dagelijkse beslommeringen zijn als distels, die haar behoorlijk in de weg zitten. Die heb je niet zomaar opgeruimd, want ze prikken zo hinderlijk. Vertrouwen terugwinnen heeft nu eenmaal tijd nodig.
Weer wat later. Er komt meer rust. Langzaam maar zeker krijgt ze oog voor het goede op haar weg. De weldadige zorg, de liefdevolle aandacht. Die komen nu binnen. Soms kan ze weer even lachen. Ze durft te geloven in de goede afloop. Ze hoort nu beter, zonder al teveel bijgeluiden.
Ze kan horen en zien: het komt allemaal binnen.
Haar vertrouwen groeit. Ook in God. Niet Hij was afwezig, maar zij, beseft ze nu. De deuren van haar ziel gaan open. Nu valt Gods woord bij haar in goede aarde. Op een manier dat het vrucht draagt. Ze kan ontvangen. Het maakt haar sterker, ze voelt zich niet meer zo alleen. Vertrouwen doet wonderen. Het maakt vrijer en daadkrachtig. Ze voelt zich niet langer hopeloos machteloos. Er komt ruimte voor dankbaarheid en voor nieuw perspectief. Ze kan horen en zien: het komt allemaal binnen.
Ze staat op en gaat haar weg. Ongetwijfeld komt ze weer distels en rotsen tegen. Bergen en dalen. Met een wisselend gemoed, maar met de opgedane ervaring dat Gods woord niet verandert. Dat Hij trouw blijft, dat Hij blijft zaaien, ruimhartig en royaal. Daarop durft ze weer te vertrouwen. God geeft nooit op, geef ons nooit op. Hij komt ons tegemoet, altijd weer en wacht…